Voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog geen Wimbledon dit jaar. Allemaal de schuld van de coronapandemie. Daarmee wordt een uniek hoofdstuk toegevoegd aan de geschiedenis van dit monument van de Britse sport dat in 1877 geboren werd en bekend staat als dé tempel van de ‘made in England’-traditie.


Voor de tennisfan is een reis naar Wimbledon een echte pelgrimstocht. Een verhaal van hoge verwachtingen en uitbundige wensdromen. Zoals een golfer die op weg is naar St. Andrews. Wimbledon heeft inderdaad iets heiligs. De All England Club, het schouwtoneel van het meest prestigieuze tennistoernooi ter wereld, behoort immers tot de monumenten van de Britse sport, zoals de stadions van Wembley en Twickenham.

Wimbledon, dat officieel ‘The Championships’ heet, is uniek, want het straalt in alle echelons een unieke sfeer uit. Om te beginnen zijn er natuurlijk de grasbanen die voor een opgewekte en bucolische sfeer zorgen. Maar er is ook – zeg maar vooral – die Britse traditie, die zich tot in de kleinste details manifesteert.

Hoewel sommige kledingontwerpers en excentrieke spelers dat liefst anders zouden hebben, is de overwegend witte tennisoutfit de norm. Er worden geen afwijkingen op die regel getolereerd. Zo herinneren we ons dat zelfs de grote Roger Federer van schoenen moest wisselen omdat die oranje zolen hadden! En alles is naargelang. Zo valt er gedurende de twee weken van het toernooi geen reclamepaneel te bespeuren naast de tenniscourts. Evenmin dus als op de Augusta National Golf Club waar elk jaar de Masters wordt gehouden. Beide competities hebben trouwens heel wat met elkaar gemeen. Denk maar aan de manier waarop zij trouw zweren aan hun tradities van weleer en daar vaak ook hardnekkig aan vasthouden.

Zo wordt er op Wimbledon bijvoorbeeld nooit – tenzij door overmacht – gespeeld op de eerste zondag van het toernooi. De officiële reden hiervoor is dat men het gras wil laten rusten. Wat ook niet gebeurt, is dat de laureaat zijn winnaarscheque in ontvangst neemt terwijl het publiek toekijkt. Het toernooi heeft zijn eigen etiquette en die is stevig verankerd met het verleden. Zo is het per definitie de titelverdediger die de eerste wedstrijd op Centre Court afwerkt en dat exact op maandag vanaf 14 uur. Op Centre Court hebben de finalisten ook het recht om hun sporttas door een assistent te laten dragen. En het is altijd een lid van de koninklijke familie die de prijzen overhandigt aan de laureaten.

Verder zijn er nog een miljoen andere details die dit Londense grandslamtoernooi onderscheiden van de rest. Zo worden de reekshoofden aangeduid door de leden van de All England Club en dat zonder rekening te houden met de world ranking. Verder worden de spelers en speelsters verzocht tot een buiging voor de eretribune zodra iemand van het Hof aanwezig is.

Croquet

Flashback. Het verhaal van Wimbledon begint wanneer de leiders van de All England Croquet club beslissen om de deuren van hun domein open te stellen voor een nieuwe sport die uit het kaatsen is ontstaan: tennis. Voor enkele ponden per jaar huren de clubleiders een grote weide af in Wimbledon, tussen Worple Road en een stuk spoorweg. Croquetspelers laten zich occasioneel verleiden tot een spelletje tennis en het concept slaat aan. Hoewel de tennisregels nog niet officieel zijn vastgelegd, wordt in 1877 – en ook om de clubkas te spijzen – een eerste tenniskampioenschap georganiseerd. Het toernooi van Wimbledon is geboren!

Aan de eerste editie, die enkel voor gentlemen is voorbehouden, nemen 22 spelers deel. Het toernooi lokt zo’n 200 toeschouwers. De finale wordt gespeeld door Spencer Gore, een kampioen ‘racket’, en William Marshall, een specialist kaatsen. De eerste wint in drie sets dankzij, zo wordt gezegd, bijzonder offensief spel en vaak oprukken naar het net. Het DNA van het spel op gras…

Het ‘Championship’ evolueert met de jaren. In 1879 wordt een competitie dubbelspel opgestart en in 1884 volgt het allereerste toernooi voor vrouwen. De finale wordt gespeeld door twee zussen: Maud verslaat Lilian Watson. Dus toen al een voorsmaakje van de latere duels tussen Venus en Serena Williams…

Enkele jaren volstaan voor het toernooi om een grote bekendheid te verwerven. Het wordt al snel erkend als de referentie ter zake en dat ondanks de concurrentie van de US Open (opgericht in 1883). WOI steekt logischerwijze enige stokken in de wielen, waarna het toernooi heropstart in 1919. Tennis wordt met de dag populairder. Om die groeiende belangstelling tegemoet te komen, verhuist het toernooi in 1922 naar Church Road – waar het nog altijd is gevestigd. Er is veel meer ruimte en voor de All England Club is dit ook het sein om de naam Wimbledon definitief te implementeren.

Op 26 juni 1922 wordt Centre Court ingehuldigd door koning George V en koningin Mary. Het is het begin van een nieuw tijdperk. Het stadion telt 13.000 plaatsen en oogt als een echte ‘tennistempel’. De met klimop beklede muren dwingen respect af. Elke zomer strijkt de Londense bourgeoisie er graag neer om er, zij het met de gepaste discretie, de kampioenen van toen met hun applaus te verwennen. In 1932 zijn meer dan 200.000 toeschouwers getuige van het toernooi.

Tradities en gewoontes

Hoewel Wimbledon altijd een groot respect heeft getoond voor de tradities, is het met de jaren toch mee geëvolueerd. Zo was het in 1968 het eerste toernooi dat zijn deuren opende voor profspelers: het begin van het ‘Tennis Open’-tijdperk.

In 1973 werd het toernooi bedreigd door de boycot van heel wat spelers. Zij waren boos omdat de Internationale Tennisfederatie de Joegoslavische speler Niki Pilic had geschorst omdat hij geweigerd had om met zijn nationaal team een wedstrijd voor de Davis Cup te spelen. Maar ook zonder de aanwezigheid van heel wat grote namen bleven de Engelsen massaal naar het toernooi komen en gaven zo blijk van hun grote verknochtheid aan de competitie. Die liefde is met de jaren nooit bekoeld en zorgde ervoor dat de organisatoren hun infrastructuren altijd zijn blijven optimaliseren.

Vandaag telt de All England Law Tennis & Croquet Club 18 grascourts. Centre Court en Court n°1 hebben de luxe van een dak om de spelers te beschermen tegen de beruchte Londense regen. Er ligt momenteel een plan op tafel waarbij het de bedoeling is om uit te breiden door de aanliggende golfbaan aan te kopen. Daarover wordt volop onderhandeld met de eigenaars. Op dit ogenblik biedt Wimbledon plaats voor 41.000 toeschouwers per dag. Dat is veel, maar tegelijk te weinig om aan de vraag van de fans én de commerciële partners te beantwoorden.

Vroeger was het heiligschennis om op zondag te tennissen, maar de traditionalisten zijn bezweken onder de druk van de televisie. De eerste zondag van de 15-daagse is het programma beperkt, maar de mannenfinale staat altijd geprogrammeerd voor de tweede zondag. Net zoals de British Open in golf dus die nu ook zijn slotfase kent op een zondag.

Wat nauwelijks is veranderd, is de sfeer. Er zijn de files – lang als een dag zonder thee… – aan de poorten van het stadion, waar een zachte rush wordt uitgevoerd op de laatste tickets die te koop worden aangeboden. Er zijn de dames met de bloemrijke hoeden in de loges. Er zijn de aardbeien met slagroom die men zich in de brede lanen tussen twee wedstrijden door laat smaken. En er is natuurlijk dat unieke publiek – enthousiast en kenner – dat zich uren kan vermaken onder een stralende Londense zon zonder een spier te vertrekken. Al is ook het profiel van de kijkers met de jaren geëvolueerd. Vroeger kon je een vlieg horen zoemen in de tribunes van Centre Court. Dat is vandaag lang niet meer het geval, want het publiek is assertiever geworden, luidruchtiger, ja soms zelfs een tikkeltje antisportief. Zo werd Novak Djokovic vorig jaar in de finale zowaar uitgefloten door enkele al te fervente fans van Roger Federer. Maar over het algemeen blijft het Britse flegma overheersen.

Eigenlijk is Wimbledon een verhaal dat zich niet laat vertellen. Het is een belevenis, kort of lang. Het is een instituut, bijna een cultus. Het is dan ook geen toeval dat de koninklijke familie hier in de zomermaanden altijd zijn opwachting maakt, kwestie om een band te scheppen met zijn volk. Dat alles in een magisch schrijn van uitbundig groen.

De grootste kampioenen

Er is een boek, zeg maar een bibliotheek nodig, om alle topmomenten van de tennisgeschiedenis te kaderen die zich op het heilige Londense gras hebben afgespeeld. De meeste legendarische kampioenen wonnen dit toernooi. René Lacoste, Fred Perry, Rod Laver, John Newcombe, Björn Borg, John McEnroe, Jimmy Connors, Andre Agassi, Pete Sampras, Rafael Nadal, Novak Djokovic en, natuurlijk, Roger Federer prijken op de erelijst bij de mannen. Bij de vrouwen schitteren de namen van Suzanne Lenglen, Maureen Connolly, Billie Jean King, Chris Evert, Martina Navratilova, Martina Hingis, Steffi Graf en de zusjes Williams.

De recordboeken leren ons dat Roger Federer bij de mannen degene is met de meeste titels in het enkelspel. De Zwitser won liefst acht edities. Bij de vrouwen is Martina Navratilova recordhoudster met titels tussen 1978 en 1990.

De langste wedstrijd uit de toernooigeschiedenis hield de hele tenniswereld in de ban en duurde liefst 11 uur en 5 minuten. Herinner u het unieke duel in 2010 tussen de Amerikaan John Isner en de Fransman Nicolas Mahut. Uiteindelijk haalde de Amerikaanse reus het in de slotset met 70-68. Hallucinant! De kortste wedstrijd daarentegen duurde amper 22 minuten. Dat was in 1922 toen de Franse Suzanne Lenglen haar rivale Mallory helemaal van de kaart speelde.

Op Centre Court werden heel wat memorabele wedstrijden afgewerkt. Zo is niemand de schitterende finale van 1980 vergeten met Björn Borg en John McEnroe. De tiebreak van set vier, die met 18-16 door de linkshandige Amerikaan werd gewonnen, straalde een ongeziene dramatiek uit. Al was het uiteindelijk wel de koele Zweed die de klus klaarde in vijf sets.

De finale van 2008 tussen Rafael Nadal en Roger Federer was eveneens een klassieker. Na een slopend duel – volgens velen de allermooiste tennispartij ooit – pakte de linkshandige Spanjaard de titel na vijf epische sets. Net op tijd, want het begon al donker te worden…

Ook de finale van de editie 2019 met Novak Djokovic en diezelfde Roger Federer scheerde de hoogste toppen. De Zwitser kwam twee keer op wedstrijdpunt, maar het was uiteindelijk zijn rivaal die won. Dat alles na vijf uur titanentennis en een super tiebreak met een ongeziene intensiteit.

Memories, memories… Er zijn er die Wimbledon ietwat oubollig vinden. Anderen drijven de spot met zijn aparte regels en zijn verouderde tradities. Reken maar dat zij de eersten zijn om te treuren bij de afgelasting voor 2020. Ook zij kijken nu al uit naar 2021 naar de 144e verjaardag van deze all time classic.

Members Only partner and editor

Comments are closed.