Het Musée National de l’Automobile – Collection Schlumpf in het Franse Mulhouse behoort tot de mooiste automusea ter wereld. Ook 40 jaar na de opening wordt het nog altijd gedreven door de obsessie van wijlen Fritz Schlumpf voor Bugatti.


De verzamelwoede van Hans (1904-1989) en vooral Fritz (1906-1992) Schlumpf effende het pad voor het Musée National de l’Automobile – Collection Schlumpf. Hoewel beide broers in Mulhouse werden geboren en woonden, namen ze nooit de Franse nationaliteit aan. Ze bleven Zwitsers, zoals hun vader. Dit verklaart mee waarom hun honger zich niet beperkte tot auto’s, maar zich uitstrekte tot typische Helvetische transportmiddelen, zoals arrensleden, draagstoelen, karren, (loop)fietsen, driewielers, motoren, een postkoets en een zweefvliegtuig!

Eerste stukken

Wanneer Hans en Fritz besluiten om samen te werken in de textielsector, blijft het succes niet uit. Zij runnen al snel verschillende fabrieken. Het geld stroomt binnen en dus kan Fritz de hobby opstarten waar hij als autoliefhebber al lang van droomt. Toch duurt het tot het einde van de jaren 50 en tot na de dood van zijn moeder vooraleer hij zijn eerste verzamelstukken koopt. Van zijn latere passie voor Bugatti is nog niets te bespeuren, ook al bezit hij er één sinds 1939: een Type 35B raceversie. Met die volbloed rijdt hij klimwedstrijden. In het begin zit er weinig lijn in zijn aankopen. Daardoor heeft hij soms een half dozijn exemplaren van één model. Maar dat vindt hij niet erg. Wat niet in aanmerking komt voor de collectie of voor restauratie wordt ontmanteld of in zeldzame gevallen doorverkocht.

Eigen montagehal

Omdat Fritz een perfectionist is, laat hij een montagehal ombouwen tot atelier. Hij stelt er meer dan 40 speciaal opgeleide monteurs te werk. Dankzij deze pistoolschilders, mecaniciens, leerlooiers, plaatslagers… ogen zijn auto’s na hun restauratie nog mooier dan wanneer ze voor het eerst van de band zijn gerold! Bij Schlumpf ligt de lat zeer hoog. Hij wil dat zijn parels rijvaardig zijn. De motor moet perfect lopen en de auto moet de originele kleur hebben of terugkrijgen. In de jaren 60 woekert de passie voor Bugatti helemaal op. Als bewonderaar van Ettore Bugatti breidt Fritz Schlumpf zijn collectie verder uit op een methodische manier. Tien jaar lang koopt hij elke Bugatti die hij te pakken kan krijgen. Het maakt hem weinig uit in welke staat de auto verkeert. Een van zijn topaankopen is een volledige collectie Bugatti’s die hij vanuit de USA laat overkomen. Al snel is de hele gespecialiseerde autowereld voor hem op zoek, want elke goede tip levert een fraaie commissie op. Dit verklaart mee waarom zijn collectie zoveel unieke modellen telt.

Crisis

Maar in 1970 keert het tij. De zaken gaan minder en de broers hebben andere zorgen. Zij overwegen een automuseum te openen en met de inkomsten de collectie te laten groeien. Er komt zelfs een fotograaf langs en een catalogus wordt voorbereid. Maar de crisis in de textielsector wakkert aan. Het imperium van de broers davert op zijn grondvesten. Als meer dan 2000 personeelsleden hun job verliezen, breken wilde stakingen uit. Op 7 maart 1977 wordt de fabriek bestormd. Die dag staat in bloedrode letters gegrift in de annalen. Heel wat werknemers en loontrekkers botsen die dag inderdaad op een schat waarvan slechts enkelingen het bestaan kenden. Enkele opstandelingen kunnen de confrontatie met al die pracht en praal niet aan. Zij koelen hun woede door auto’s in brand te steken op de binnenkoer. De beeldenstorm is de aanzet tot een bezetting van de fabriek die twee jaar zal duren. De Schlumpfs vrezen voor hun leven. Zij laten hun levenswerk in de steek en vluchten naar Zwitserland. Voor Fritz is dat het afscheid van zijn collectie. Hij overlijdt zonder een laatste contact met zijn auto’s. Hans keert nog één keer terug naar het museum in Mulhouse. Daar groet hij, gezeten in een rolstoel, het borstbeeld van zijn moeder dat ook nu nog een prominente plaats bekleedt.

Gered door Panhard

Bij het faillissement zien de schuldeisers maar één manier om hun centen te recupereren en dat is de verkoop van de auto’s. Dat plan wordt gelukkig gedwarsboomd door een aantal notabelen uit de regio. Dankzij de oprichting van de Association de Gestion du Musée National de l’Automobile, een Stichting met de Kamer van Koophandel van Mulhouse en een erfgenaam van de familie Panhard als belangrijkste gangmakers, wordt de verzameling gered. Zij krijgt een onderkomen in een 20.000 m2 grote fabriekshal die wordt ingericht als museum. Dat opent in 1982 de deuren. Na een eerste renovatie in 2006 keert op 1 januari 2022 de originele benaming ‘Musée National de l’Automobile – Collection Schlumpf’ terug. Liefst 422 stukken uit de collectie zijn nu ook geklasseerd als historisch monument.

Voor jong en oud

Het museum gaat schuil achter een opwindende voorgevel en spreekt zowel jong als oud aan. Dankzij de ruime zalen kan men zich ongestoord aan al het moois vergapen. Er is logischerwijze veel aandacht voor de Franse modellen, maar de echte blikvangers zijn de 123 Bugatti’s die elk een fortuin waard zijn. Maar er zijn natuurlijk ook de andere auto’s. Ruim 400 zijn permanent geëxposeerd. Daarbij tal van emblematische modellen van topconstructeurs, zoals Dion-Bouton, Bugatti, Maserati, Ferrari, Lotus, Alfa Romeo, Rolls-Royce, Hispano-Suiza, Hotchkiss en Horch. Verder ook één Belgische Minerva, prachtige Gordini’s, spectaculaire F1-bolides, schitterende Rolls-Royces en een unieke collectie… trapauto’s. Mits betaling kan je er trouwens zelf met een droomauto rondtoeren. Sinds 2011 heeft het museum inderdaad zijn eigen autodroom met een 20-tal modellen: MG TD, Citroën Traction, Mercedes C63, Ford Mustang V8, Chevrolet Impala, Corvette, Cadillac, Ferrari 458, Lamborghini Huracan, Aventador…

Het museum laat zich perfect combineren met het historisch centrum van de stad en ook als golfliefhebber kom je in deze regio aan je trekken. Op een halfuur rijden van Mulhouse ligt inderdaad het LaLargue Golf & Wellness Resort. De 18 holesbaan van architect Jeremy Pern (Golf ter Hille) en de Franse golflegende Jean Garaïalde is ‘een verborgen parel’, zoals Nick Faldo ooit zei over de Royal Zoute.

www.musee-automobile.fr

Members Only freelance reporter

Comments are closed.