Viervoudig vice-wereldkampioen Formule 1 (1955-1958) Stirling Moss, vaak de ‘kampioen zonder kroon’ genoemd en modelploegmaat van Fangio bij Mercedes, racete voor 84 automerken. Hij reed 506 wedstrijden, waarvan hij er 212 won – 16 daarvan Grand Prixs. Toen de Engelsman op 90-jarige leeftijd overleed, verloor de Formule 1 zijn laatste levende legende uit zijn beginjaren.


Met Stirling Moss verdwijnt de getuige van een hallucinant tijdperk toen de piloten nog met gewone kleren in bolides sprongen waarvan het leder rond het stuurwiel met de hand was gestikt, om vervolgens in elke bocht hun leven te riskeren. In de competities onderscheidde Stirling Moss zich door zijn sobere rijstijl, zijn flegma en zijn elegantie. Bij zoverre dat hij soms rivalen liet passeren. ‘Ik had een schitterend leven, uniek’, fluisterde hij ons ooit toe tijdens een vluchtige babbel in Goodwood.

Stirling Moss is blij als een kind wanneer zijn vader hem in de ouderlijke tuin laat plaatsnemen aan het stuur van hun Austin Seven. De jongeman is een goede ruiter, maar de pk’s onder de motorkap zeggen hem meer. Dat ligt moeilijk bij zijn vader, een amateurpiloot die onder meer de 500 Mijl van Indianapolis heeft gereden. Hij kent de autosport door en door, en dus ook de gevaren… Niettemin laat hij zich overhalen om de carrière van zijn zoon te sponsoren. ‘In die tijd, de jaren 50, stierven er gemiddeld drie tot vier piloten per seizoen’, herinnert Stirling Moss zich.

Gevaar is opwindend

De 18-jarige jongeman schuwt het risico niet, integendeel. ‘Want gevaar is opwindend.’, klinkt het. Hij wint zijn eerste wedstrijd in 1948: een klimkoers. De eerste zege in een eenzitter (Formule 3) wordt gevolgd door winst in de GP van Groot-Brittannië (1949). Moss is amper 20 en toch al beroemd. In 1950 scoort hij opnieuw tijdens de gerenommeerde Tourist Trophy in het Noord-Ierse Dundrod. Een vriend van de familie levert de Jaguar. Het regent pijpenstelen, maar dat deert hem niet. Wanneer men hem de bloemenkrans rond de hals hangt – een verloren gegane traditie – steekt hij voor de camera een sigaret op. Zijn lach is breed, haast naïef. In die tijd wordt de Formule 1 gedomineerd door Italiaanse piloten. Moss reist naar Bari voor een gesprek met Enzo Ferrari, maar het klikt niet. Beiden zijn echte patriotten. ‘Il Commendatore’ zweert bij een Italiaan in zijn bolide, terwijl de Engelsman liefst wil winnen met een Britse auto.

Prins van de Mille Miglia

Dat is nog altijd zo in 1955, want nadat Stirling Moss zich heeft laten opmerken aan het stuur van een Maserati F1 wordt hij door Mercedes aangetrokken als ploegmaat van de grote Juan Manuel Fangio. Niet dat de Engelsman daarvan wakker ligt, zoals blijkt tijdens de GP van Aintree. Er is nog nooit een Britse piloot in geslaagd om deze thuisrace te winnen en Moss’ grootste rivaal is natuurlijk zijn eigen ploegmaat, maar hij verslaat hem in de laatste meters. Die winst creëert twijfel bij Moss: heeft de vijfvoudige Argentijnse wereldkampioen hem misschien laten winnen? Hij praat daar ook over met mecaniciens, maar Fangio is formeel: ‘Hij was die dag gewoonweg de snelste.’

Het is een mooie zege, maar er is er een die Moss nog meer aanspreekt. Datzelfde jaar wint hij namelijk in Italië ook de Mille Miglia. De bekendste race van toen – vandaag ondenkbaar – gaat via de openbare weg over Brescia, Padua, San Marino, Rome, Siena, Firenze en Cremone. Alles samen 1597 km. Met zijn co-piloot Denis Jenkinson en aan het stuur van een crèmekleurige Mercedes 300 SLR met rood interieur (nr. 722, zoals hun startuur 7.22 uur) doet Stirling Moss iets meer dan 10 uur over de Mille Miglia, of gemiddeld 157,65 km/h. Een record voor de eeuwigheid.

Het seizoen daarop wordt Stirling Moss ingelijfd door Vanwall. De grootste troef van die renstal is dat hij Brits is. Terwijl de fans in de tribune hun krant lezen, waar Stirling Moss reclame maakt voor de ‘Nénette’, een product om auto’s te doen glanzen, vecht de piloot met de Vanwall. Tijdens die GP van Engeland in 1957 schuift de eenzitter, zoals wel vaker, alle richtingen op. Niettemin blijft Moss heilig overtuigd van zijn keuze – een Brit aan het stuur van een Britse auto – en wint.

 

Titel voor Hawthorn

Zijn geluk is gigantisch, zoals ook te zien is op filmbeelden. Diezelfde glimlach vinden we ook terug op 7 oktober 1957 wanneer hij in het huwelijk treedt met Katie Molson, een rijke erfgename van Canadese bierbrouwers. Van zijn vriend Fangio krijgt hij een gouden horloge met inscriptie: ‘Voor de toekomstige wereldkampioen’. Van 1955 tot 1957 is Moss inderdaad al drie keer tweede geworden, telkens achter de Argentijn. Ook in 1958 en net voor de GP van Portugal staat hij tweede, dit keer achter Mike Hawthorn. Wanneer die gediskwalificeerd wordt, omdat hij na een spin in de verkeerde richting is gereden, vecht Moss die beslissing aan. Hij overtuigt de wedstrijdjury om Hawthorn in de uitslag op te nemen, ook al kost die ‘gentleman move’ hem de wereldtitel. Daardoor blijft hij een eeuwige tweede, al draagt de autosportwereld hem nu nog meer op de handen dan voorheen. In 1961 neemt de volgens de Britse krant The Independent ‘bestbetaalde piloot ter wereld’ zijn intrek in de chique Londense wijk Mayfair om dat huis nooit meer te verlaten. Zijn interieur past helemaal bij hem, want het is volgestouwd met foto’s, trofeeën en gadgets.

In Monaco bewijst Moss dat hij zijn stevig salaris ten volle verdient. Voor heel wat volgers is de Grand Prix van 1961 de mooiste aller tijden. Moss schittert aan het stuur van zijn Lotus. In The Times lezen we: ‘Er dienden 100 ronden afgelegd (vandaag is dat 78, red.). Ik nam de leiding in de 86e ronde en weerstond aan de sterke Ferrari’s.’ Hoewel de oude Enzo hem vervolgens aanspreekt om voor Ferrari te kiezen, hapt Moss niet toe. Hij is het voorval in Bari en zijn toenmalige eed niet vergeten, toen hij zwoer nooit voor Ferrari te rijden.

Goodwood: het einde

Wanneer Moss na zijn carrière naar zijn favoriete auto wordt gevraagd, laat hij de naam Ferrari dan ook nooit vallen. ‘Op de Nürburgring was de Maserati 250F de beste auto. De Mercedes was betrouwbaarder, maar liet zich moeilijk sturen. De Aston Martin DBR1 was geweldig, maar de versnellingsbak was een ramp. De Porsche was fantastisch, maar kon niet mee op een eentonig circuit zoals Le Mans. En de Lotus was beter dan de Cooper, maar zijn wielen konden loskomen.’ Moss’ besluit? ‘Net zoals je elke avond liever een andere vrouw in je bed zou willen, zo hing alles af van de wedstrijd.’

Op 24 april 1962 loopt het bijna fout voor Moss in Goodwood. Wanneer hij tijdens de GP van Groot-Brittannië een inhaalmanoeuvre uitvoert om Graham Hill te passeren, raakt hij tegen meer dan 180 km/u van de baan en knalt tegen een talud aan. Na 32 dagen coma blijft hij een half jaar deels verlamd. Hij is ook al zijn tanden kwijt. Zijn crash wordt ervaren als een nationale ramp. Moss blijft overtuigd dat 1962 zijn gloriejaar had moeten worden, maar velen zien dat anders. Zij zijn zeker dat de crash… zijn leven heeft gered. Moss stopt in 1963 met de competitie en moet zichzelf heruitvinden. Omdat hij niets anders kon dan rijden, zet hij zijn naam te koop. ‘Ik was een internationale hoer’, bekent hij in 2001 in The Times. ‘Ik verkocht mijn tijd voor geld.’ Wassalons, garages, boetieks, microgolfovens: in het begin van de jaren 2000 dragen heel wat bedrijven de naam van Stirling Moss.

 

Afstammeling van William Wallace

Wanneer hij te horen krijgt dat het Britse koningshuis hem wil eren, voelt hij zich eindelijk ‘aanvaard’. Hij wordt in 2000 geridderd door koningin Elisabeth en gaat nu door het leven als Sir Stirling Craufurd Moss. Craufurd is de naam van zijn moeder. Zij is een verre afstammelinge van de Schotse vrijheidsstrijder William Wallace, oorlogsheld in de onafhankelijkheidsoorlog tegen de Engelsen en vereeuwigd dankzij de film Braveheart met Mel Gibson (1995).

Nadat hij kanker overwon, legt Stirling Moss er bijna het bijltje bij neer als hij 80 is. Wanneer hij bij hem thuis de lift roept, opent de deur, maar zonder cabine. Moss valt drie verdiepingen naar beneden, breekt vier wervels, beide enkels en vier beentjes in de rechtervoet. ‘Ik heb me al beter gevoeld, maar het gaat de goede kant op’, meldt hij op zijn website. Dat kanaal gebruikt hij ook op 10 juni 2011 om zijn afscheid aan te kondigen. ‘Toen ik vanmiddag in Le Mans meedeed aan de kwalificaties voor de Legends Race werd ik bang. Ik heb altijd gezegd dat ik zou stoppen als ik me niet meer zou kunnen meten met de besten.’

Ook die dag droeg Moss het horloge dat hij bij zijn huwelijk van Juan Manuel Fangio had gekregen. Zelfs al was diens voorspelling nooit uitgekomen, maar daar had Moss vrede mee. ‘Liever vier keer vice-wereldkampioen dan één titel en daarna helemaal vergeten.’

SLEUTELMOMENTEN

17 september 1929 Geboren in West Kensington (Londen)

1951  Zijn eerste GP Formule 1

1955  Wint de GP van Groot-Brittannië

1955-1958    Vice-wereldkampioen Formule 1

1960  Crash tijdens de GP van België

1962  Crash op het circuit van Goodwood

2000  Geridderd door koningin Elizabeth II

12 april 2020         Overleden in Londen

Members Only partner, editorial coordination and reporter

Comments are closed.