De Brusselaar Christian Chambord miste geen enkele editie van de Tour de Corse Historique. Zijn opmerkelijke 20 op 20 kreeg gestalte tijdens een 20e editie die op elk vlak uitzonderlijk was.


Wanneer Christian Chambord over de Tour de Corse Historique praat, die van 5 tot 10 oktober jl. werd gereden, verraadt zijn timbre een grote passie. Die passie, die zich per definitie niet laat uitleggen, overstijgt het kader van de autosport en valt wellicht nog het beste te omschrijven als een liefdesband tussen een piloot en een race.

Zijn eerste verschijning op de wegen van het eiland gaat helemaal terug naar de allereerste editie van de Tour de Corse Historique in 2001. Sindsdien mist de Brusselaar dit rendez-vous voor geen geld ter wereld. Zijn passie gaat dan ook al ver terug in de tijd. ‘Deze rally heeft me altijd aangesproken en toen ik dus de kans kreeg om deel te nemen, heb ik geen seconde geaarzeld. Telkens opnieuw had ik het gevoel om een kinderdroom te beleven!’

Voor Christian Chambord is het sportieve avontuur niet de essentie. Bij hem draait het vooral over zijn relatie met het Eiland van de Schoonheid en de Corsikanen. ‘Voor mij staat de TDCH voor de aparte sfeer, de adembenemende landschappen, de prachtige kp’s. De rally heeft iets mythisch. En bovendien kon de auto waarmee ik dit jaar aan de start kwam, een Berlinette, in Corsica rekenen op heel veel sympathie. Verder zijn er de vrienden die je jaar na jaar terugziet. Een glas champagne in Monticello met Dutronc, de Table de Nathalie in Porto-Vecchio. Het is magisch. En de uitslag is wat hij is, want daar lig ik niet echt van wakker. Voor mij zit het plezier elders. De fun primeert op het resultaat.’

Trouw op alle niveaus

Deze trouw aan de Tour de Corse Historique lijkt het fabrieksmerk van Christian Chambord die ook een innige band heeft met de Alpine. Voor deze 20e editie, wat de mooiste leeftijd is voor een wedstrijd, kwam de Brusselaar aan de start met een Berlinette uit 1972. Een auto met een mooi verhaal. ‘Hij kwam voor het eerst in beeld tijdens de Tour Auto en werd toen bestuurd door Jean-Pierre Nicolas en Jean Todt. Deze 1800 was 3e geworden in de Rallye des Cévennes, met Jean-Pierre Manzagol, en ook 3e in de Tour de Corse met Jean-Pierre Nicolas.’

Een mooie auto, dat zeker. Maar als echte estheet bestuurde Christian Chambord er ook heel wat andere, telkens in de TDCH. ‘Zo reed ik met de 1800 die Jean-Pierre Nicolas had tijdens de Akropolis Rally in 1973. Darniche had de Monte-Carlo gereden en Jean-Pierre Manzagol was 6e geworden in de Tour de Corse. Maar het strafste moment beleefde ik aan het stuur van een A310 uit 1976 in de kleuren van Gitanes. Dat was de auto van de Jean Ragnotti in Portugal en de Bandama, maar vooral van Jean-Pierre Manzagol voor wie ik een grote bewondering heb. Toen hij hem terugzag, was hij echt ontroerd en dat pakte mij.’

Chambord is ook trouw voor wat zijn copiloot betreft, want dat is al 15 jaar dezelfde: Patrick Fourestie. Een co scherp als een Zwitsers mes, wat toch wel opmerkelijk is als men uit… Quiévrain komt! Hij bekommert zich om het onderhoud, maar ook om de restauratie van deze karaktersterke raceauto’s.

Om al die (goede) redenen keek de Brusselaar enorm uit naar de 20 kp’s van de Tour de Corse Historique 2020. Hij genoot alweer met volle teugen en zette aan de aankomst in de haven van Porto-Vecchio dan ook zijn breedste glimlach op na de epiloog van de 20e editie.

Members Only partner, editorial coordination and reporter

Comments are closed.