Op zijn 63e presteert de Duitse kampioen Bernhard Langer nog altijd op het allerhoogste niveau. Dat bewees hij laatst nog op de Masters waar hij beter deed dan ene Bryson DeChambeau.


Heel wat golfers zijn als wijn: ze worden beter met de jaren. Geen mooier voorbeeld dan Bernhard Langer. Op zijn 63 oogt de mythische Duitse kampioen jonger dan ooit. In november 2020 werd hij de oudste speler die de cut haalde tijdens de Masters. Zijn slotronde op de Augusta National was zelfs beter dan die van de 27-jarige topfavoriet Bryson DeChambeau, met wie hij de flight deelde. Langer liet zich niet pramen door de spierkracht van de Amerikaan en liet zijn ervaring spreken. Hoewel hij bij zijn drives soms tot 100m moest toegeven, haalde hij die achterstand telkens op dankzij zijn gemillimetreerde approaches en zijn schitterende korte spel en putten. ‘Het was een plezier om Bernhard zo bezig te zien’, bekende DeChambeau, tegelijk gefrustreerd en lichtjes onder de indruk.

De kracht van de ervaring

In golf zijn atletische kracht en swingsnelheid zeer belangrijke troeven, maar op sommige banen kan een ‘oude vos’ nog altijd zijn plan trekken om een ‘jonge wolf’ het zwijgen op te leggen. Dat is zo op de Augusta National, de o zo subtiel uitgelegde championship course waar intelligentie, geduld, bescheidenheid en precisie belangrijk zijn en waar raketvuur niet altijd de beste oplossing is.

In 2020 nam Langer deel aan zijn 27e Masters. Hij won het toernooi twee keer, in 1985 en in 1993, en finishte negen keer in de top-10. Om maar te zeggen dat hij de locatie dus door en door kent. ‘Het belangrijke is om je ijzerslagen goed te hebben en niet te veel fouten te maken bij het putten. Want de greens zijn des duivels. Je moet de bal echt op de juiste plek plaatsen om jezelf een lichtoplopende putt van een meter of twee te laten.’ En in dat onderdeel excelleert de Duitse metronoom. Zijn strakke spel laat toe om zijn ervaring perfect tot zijn recht te laten komen.

Iedereen weet dat de longhitters een voordeel hebben in het moderne golf. Op de meeste banen hebben drives van 320m een enorme meerwaarde. Zoals we dat trouwens nog konden vaststellen op de laatste US Open waar Bryson DeChambeau de strategie van de brutale kracht in zijn voordeel gebruikte. ‘Ik lig liever op 100m van de vlag in de rough dan op 160m van de vlag op de fairway’, zei hij toen.

De Amerikaan was dan ook vastbesloten om tijdens de Masters de kroon op het werk te zetten, maar daar verbrandde hij toen stevig zijn vingers. Want Augusta is niet voor waaghalzen. Met zijn aflopende fairways, de doglegs met talloze valstrikken en de razendsnelle greens laat die baan geen marge voor fouten. Toen DeChambeau de par 5-holes in twee bleef aanvallen en bij de par-4 holes de bal over de bomen probeerde te slaan, stapelde hij de fouten op en verloor zo voeling met de top.

De kunst van het plaatsen

In de meeste sporten zijn hogere leeftijd en topprestaties tegenstrijdige krachten. Vanaf hun 35e wenkt voor velen het pensioen. In sommige disciplines, zoals zwemmen en turnen, gebeurt dat trouwens al veel vroeger.

Maar in golf is dat anders. Akkoord: de jonge kampioenen zijn bevoordeeld door hun grotere atletische kracht. Zij trainen ook anders. Het zijn echte topatleten die uren in de gym slijten om er hun spierbundels te optimaliseren. Maar oudere spelers blijven hun graantje meepikken, dankzij andere specifieke waarden, zoals intelligentie, bescheidenheid, tactiek, geduld, techniek. Op sommige banen zijn zij hierdoor zelfs in het voordeel!

Moeten we eraan herinneren dat Jack Nicklaus zijn laatste Masters won toen hij 46 was? Dat Tom Watson op zijn 59e ei zo na de British Open won? Dat de 45-jarige Tiger Woods nog altijd bij de besten hoort?

Golf is inderdaad een bijzondere sport waar de concentratie van primordiaal belang is. Hoewel een competitie vijf uur duurt, is het contact tussen de golfer en de bal beperkt tot fracties van seconden. Al de rest is denktijd. In golf kan één dipje – bijvoorbeeld een bal ‘out of bounds’ – voldoende zijn om de prachtige kaart waaraan hard is gewerkt te kelderen. Terwijl je in tennis één set lang de fouten kan opstapelen en de wedstrijd toch kan winnen.

In golf is dat onmogelijk: daar wordt elke fout cash betaald. Dat is meteen ook een van de redenen waarom ervaren kampioenen competitief kunnen blijven. Zij kunnen beter omgaan met een bogey, met het momentum, met de druk. Zij gebruiken hun ervaring in hun voordeel.

Op oudere banen, die doorgaans technischer zijn, betekent dit zelfs een groot voordeel. Augusta is daar natuurlijk het mooiste voorbeeld van, maar de doorgewinterde veteranen houden ook van de confrontatie met een Schotse of Engelse linksbaan. Zoals elke British Open duidelijk maakt, heeft het geen enkele zin om er als een wildeman te keer te gaan. Integendeel: je moet de bal zo plaatsen dat je wegblijft uit de potbunkers. Een bump and run met een ijzer 7 is daardoor geen ongebruikelijk beeld. Intelligentie en ervaring: daar draait het om.

Wat klopt voor de grootste profkampioenen geldt ook voor de amateurs. Want hoe vaak zien we niet – bijvoorbeeld tijdens de Interclubs – dat een al te overmoedige jonge lefgozer zich laat inpakken door een oude, ervaren krijger? Want golf is en blijft natuurlijk ook altijd een potje schaken…

Gedreven door passie

De carrière van Bernhard Langer is een lofzang aan zijn sport. In zijn jeugd liet inderdaad niets veronderstellen dat deze metserzoon zich tot de golfsport zou bekeren. Maar gelukkig was er de Augsburg GC (9 holes) op enkele kilometers van de ouderlijke woning in het kleine Anhausen. Daar bood Langer tijdens het weekend zijn diensten aan als caddie. Hij was acht jaar oud en wilde een centje bijverdienen.

Geen haar op zijn hoofd dat er toen aan dacht dat hij zijn lotsbestemming had gevonden, maar dat veranderde snel. Het duurde dan ook niet lang vooraleer hij tijdens de schoolvakanties een tentje neerpootte bij het clubhouse om dichter bij de baan te zijn. Daar werkte hij continu aan zijn spel: van zonsopgang tot zonsondergang. En zijn niveau steeg pijlsnel, bij zoverre dat hij al op zijn 15e besliste om de school te verlaten en aan de slag te gaan als assistent-pro in de Münchener Country Club. In 1976 debuteerde hij op zijn 18e op de Tour. Het was het begin van een sublieme carrière met 42 titels op de European Tour en tien deelnames aan de Ryder Cup.

Sinds Langer in 2007 naar de Champions Tour overstapte, is hij er uitgegroeid tot een van de pijlers van deze populaire 50-plustour in de USA. Ook daar laat hij zich leiden door zijn talent en door een onberispelijke mentale en fysieke voorbereiding om er de titels op te stapelen. ‘Ik heb in mijn leven nooit liever gegolfd’, klinkt het.

Daar betrekt hij ook anderen van zijn familie in. Zo won hij in 2019 de PNC Challenge (het bekende familietoernooi van de PGA Tour) met zijn zoon Jason. In 2020 nam hij deel met zijn dochter Jackie.

De Duitse maestro lijkt even onverslijtbaar als de allerbeste Mercedes, merk waar hij een trotse ambassadeur van is. Zijn spel is er met de jaren nooit op achteruitgegaan en zijn motivatie blijft voorbeeldig. En bovendien straalt hij op de greens altijd een grote voldoening uit.

Zijn geheime wapen? Zijn geloof. Een geloof dat bergen opheft en overstijgt. ‘God was er altijd om mij te helpen in de moeilijke momenten’, zegt hij. Bij deze overtuigde christen ligt de Bijbel altijd op het nachtkastje. Mogelijk overtuigde hij tijdens de voorbije Masters ene… Bryson DeChambeau om dit voorbeeld te volgen!

Als ex-winnaar viel er voor Bernhard Langer ook dit jaar een uitnodiging voor de Masters in de bus. Hij zal er dus bij zijn op de editie 2021 van 8 tot 11 april. Met de stiekeme hoop om de cut te halen en een zoveelste record te laten sneuvelen!

Members Only partner and editor

Comments are closed.