Geen 149e British Open vorig jaar door corona, maar gelukkig wel in 2021. Van 17 tot 20 juli kruisen de toppers de clubs op de Royal St. George’s in Kent. We blikken terug op enkele markante momenten uit de geschiedenis van The Open.


Vorig jaar diende de British Open voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog van de kalender geschrapt. De boosdoener? Corona… Maar geen nood, want de editie 2020 verhuisde gewoon naar 2021 en ook de baan bleef dezelfde: de Royal St. George’s, een legendarische links die in 1888 werd gebouwd. Deze club vlakbij Sandwich en op een drive van Dover werd uitgetekend tussen de duinen, de rough en de bunkers. De wind heeft er altijd vrij spel. Dit meesterwerk was al 14 keer gastheer voor The Open, zoals de Britten hem noemen. In 1894 was deze club trouwens de eerste Engelse ‘host’ van dit toernooi dat tot dan enkel aan Schotse banen was voorbehouden.

Voor de golfpurist is de British Open de absolute referentie. Net zoals Wimbledon in tennis is dit een beschermd monument. De eerste editie van deze major werd al in 1860 gespeeld. Dat gebeurde op de fairways van de eerbiedwaardige Royal Prestwick (Ayrshire). Er namen toen… acht spelers deel en het toernooi werd afgewerkt op één dag: woensdag 17 oktober. Daarna groeide het toernooi met de jaren verder uit tot wat het nu is: een van de grootste evenementen op de wereldkalender. Zoveel geschiedenis is goed voor tal van onvergetelijke momenten. Remember…

De stunt van Bobby Jones

De British Open werd decennialang gedomineerd door Britse kampioenen. De eerste ‘buitenlander’ die de impasse doorbrak, was een… Fransman. In 1907 won Arnaud Massy op Hoylake. Het toernooi sprak met de jaren steeds meer tot de verbeelding van Amerikaanse toppers. Daarbij ook de legendarische Bobby Jones. Al dient gezegd dat de supergetalenteerde kampioen uit Georgia de uitdaging van linksgolf in eerste instantie matig apprecieerde. Zo liep hij in 1921 geruisloos weg van de Old Course in St. Andrews nadat hij vier slagen nodig had gehad om zijn bal uit een bunker te krijgen. Hij vervloekte de baan en zwoer nooit meer aan The Open te zullen deelnemen. Maar hij hield zijn woord niet…

Want Bobby Jones keerde terug en won het toernooi drie keer: in 1926, 1927 en 1930. In dat laatste jaar verwezenlijkte de ‘Mozart van de golf’ trouwens de onwaarschijnlijk geachte grand slam door de vier grote toernooien van toen te winnen: de US Open (amateur & pro) en de British Open (amateur & pro). Na die prestaties in Groot-Brittannië werd hij als een held en met een onvergetelijke ticker-tape parade onthaald in de straten van New York. Voor de eigenzinnige Bobby Jones het sein om op zijn 28e een einde te maken aan zijn carrière. Hij weigerde om prof te worden en wijdde zich volledig aan de bouw van de Augusta National, het schouwtoneel van de Masters.

De revanche van Palmer

Ook de legendarische Amerikaanse kampioen Arnold Palmer aarzelde lang vooraleer hij besliste om de oceaan over te steken en aan de British Open deel te nemen. Maar in 1960 was het dan toch zover. De King, die dat jaar al de Masters en de US Open had gewonnen, droomde van een derde major op weg naar de grand slam. Daar kwam hij ook heel dichtbij, tot Kel Nagle op hole 17 van de Old Course uitpakte met een onwaarschijnlijke putt. De titel ging zo naar de Australiër en niet naar Palmer, die zich gekrenkt voelde in zijn eer. En dat rechtzette met twee opeenvolgende titels de jaren daarop: op Royal Birkdale en Royal Troon. Palmer, een golfer met een mondiaal charisma en waanzinnig populair in de States, droeg zo op zijn manier zijn steentje bij tot de bekendheid van de British Open in de USA. Het Britse publiek is hem daar ook altijd erkentelijk voor gebleven, want bij elke van zijn deelnames werd Palmer ingehaald als een echte held.

Duel in the sun

In 1977 zijn Jack Nicklaus en Tom Watson in een uniek duel verwikkeld op Turnberry. Beide Amerikanen halen hun allerbeste golf boven en bestoken elkaar met birdies. Het komt tot een echte thriller wanneer Watson een tik uitdeelt op hole 15. Met een putt van wel 20m komt hij naast zijn tegenstander in de tussenstand. Dat inspireert Watson, en met een schitterende birdie op hole 17 is hij zowaar leider! Op de slothole (korte par 4) zet The Golden Bear alles op alles. Met succes, want hij scoort birdie. Maar Watson heeft zijn antwoord klaar. Zijn birdie beslecht een van de meest opwindende Opens in de geschiedenis. Tom Watson, een sublieme artiest op linksbanen, zal de British Open liefst vijf keer winnen. In 2009 kwam hij op zijn 59e zelfs dicht bij een 6e titel, maar uiteindelijk werd het een tweede plaats achter Stewart Cink.

Onvergetelijke Seve

In 1979 maakt de golfwereld kennis met een nieuwe en unieke kampioen. Ondanks zijn prille leeftijd (22) is de charismatische, lefgozerige Spanjaard duidelijk nergens bang voor. Op Royal Lytham & St.Annes wint de ‘matador van Pedrena’ zijn eerste British Open en zo zijn eerste major. Niemand is zijn grandioze slag vergeten vanaf de parking waar zijn bal was beland. Seve, de ultieme ‘recovery shot’-specialist, zou de British Open in totaal drie keer winnen. In 1988 haalde hij het van de Zuid-Afrikaan Nick Price. Zijn slagen raakten toen amper de fairway. Met zijn unieke persoonlijkheid, zijn gevoel voor dramatiek en zijn flamboyante spel droeg ook Ballesteros meer dan zijn steentje bij tot de legende van The Open. Ook zijn schaduw zweeft voor eeuwig over deze major.

Sir Nick Faldo

Niemand won de British Open vaker dan de Engelsman Harry Vardon. In het begin van de 20e eeuw triomfeerde hij liefst zes keer. Maar diep in de harten van de onderdanen van Her Majesty blijft Nick Faldo de grote held van de natie. Het leverde de winnaar van drie edities (1987, 1990 en 1992) zelfs een erkenning op tot Sir. Het golf van Faldo stond diametraal tegenover dat van zijn grote rivaal Ballesteros. Waar de Spanjaard continu improviseerde en soms ter plekke nieuwe slagen uitvond, was de Engelsman met de mechanische swing een schoolvoorbeeld van regelmaat. Daardoor vulden beide kampioenen elkaar wonderwel aan. De laatste titel van Faldo in The Open (1992) is meteen ook de laatste trofee voor een Engelsman in deze major. Het is een statistiek waar de golfers van het trotse Albion zwaar verlegen mee zitten. Aan Justin Rose, Paul Casey, Tyrell Hatton, Lee Westwood, Tommy Fleetwood en andere Matthew Fitzpatricks om daar dit jaar eindelijk iets aan te doen.

Pechvogel Jean

Naast de vele homerische overwinningen heeft The Open ook heel wat hoofdstukken met een dramatische afloop. Zoals in 1999, wanneer Jean Van de Velde de debatten overheerst op de bijzonder moeilijke baan van Carnoustie. Op hole 72 heeft de Fransman drie slagen voorsprong op zijn dichtste rivaal. De titel lijkt hem niet te kunnen ontsnappen. Par of bogey, en de buit is binnen. Maar hole 18 is een lange en moeilijke par 4. Na een redelijke drive kiest Jean voor een moeilijke slag met een ijzer 2 om de hole aan te vallen. Zijn bal knalt tegen de tribunes en landt in de verraderlijk hoge rough. Waarna zijn 3e slag in het beekje tuimelt rond de green. De Bask is – letterlijk en figuurlijk – helemaal het noorden kwijt. Hij trekt zijn schoenen en kousen uit en overweegt de bal uit het water te slaan. Het commentaar van BBC-icoon Peter Alliss, die deze oplossing maar niks vindt, klinkt ons nog fris in de oren. Uiteindelijk beslist Van de Velde tot een drop en sluit de hole af met een triple bogey, waardoor hij in een play-off moet starten. Die wordt gewonnen door de Schot Paul Lawrie. Voor Jean Van de Velde wordt het een plaats in de geschiedenisboeken onder het hoofdstuk ‘Gemiste kansen’. De Fransman herstelt ook nooit meer van die enorme dreun…

De cru van 2000: Tiger!

Ook Tiger Woods schreef mee aan mooie pagina’s op de links van de British Open. In 2000 pakt hij op de Old Course van St. Andrews zelfs uit met een van de hoogstandjes in zijn carrière. Woods domineert de major van start tot finish en wint met acht slagen voorsprong op zijn dichtste achtervolger. Opmerkelijk: geen enkele van zijn slagen landde in één van de 112 bunkers op de mythische baan in Schotland. ‘Ik voelde me nooit zekerder van mijn stuk’, zei Tiger toen hij zijn eerste Claret Jug in ontvangst nam. Woods had een speciaal plekje in zijn hart voor de British Open die hij ook won in 2005 (opnieuw St. Andrews) en in 2006 (Royal Liverpool). Bij die laatste gelegenheid gaf hij een echt recital van ‘slagen onder de wind’. Vooral met zijn ijzer 2 verrichte hij wonderen.

De Royal St. George’s daarentegen lag hem minder. Zoals in 2003 toen hij voor het eerst en meteen ook voor de enige keer in zijn carrière zijn bal kwijtraakte in een officiële competitie. Op de tee van hole 1 zeilde zijn bal naar links in de rough. En hoewel tientallen golffans hun uiterste best deden om hem terug te vinden, diende de Amerikaanse topfavoriet na de reglementaire vijf minuten zoektijd terug te keren naar de tee. Woods startte zijn major zo op met een verschrikkelijke triple bogey. Hij werd uiteindelijk nog vierde, maar toch…

Members Only partner and editor

Comments are closed.