In Dior zit zowel ‘Dieu’ (God) als ‘or’ (goud), schreef Jean Cocteau. Maar er zijn ook heel wat rozen. Als boegbeeld van elegantie en vrouwelijkheid vormen ze de inspiratie voor (bijna) al de creaties van de ontwerper. Van mode tot beauty.


‘Gelukkig hebben we bloemen’

vertrouwde Christian Dior ons toe in zijn memoires. Van al de soorten die de couturier met liefde teelde, was er echter eentje die hij in het bijzonder bewonderde: de roos. Een bloem, een kleur, een geur die hij zowel met zijn mode als zijn parfums wist te sublimeren. Zijn voorliefde voor rozen gaat terug naar zijn kindertijd, naar de familierozentuin in de villa Les Rhumbs, in Granville. Jaren later laat hij zich als couturier inspireren door de schoonheid van de elegante bloemblaadjes en de ontelbare tinten. Als eindeloze bron van creativiteit ligt de roos aan de basis van het iconische ‘femme-fleur’-silhouet van de New Look die hij vlak na de Tweede Wereldoorlog lanceerde: ‘volle boezem, zachte schouders, wespentaille en een rok zo breed als een bloemenkroon’.

Van 1947 tot 1957 volgen heel wat andere modellen die getuigen van zijn rozenfascinatie met klinkende namen als ‘Rose de Paris’, ‘Bouton de rose’, ‘Rose Thé’, ‘Rose Pompon’ of ‘Jardin anglais’. Rozenprints en -borduursels groeien uit tot een vaste waarde binnen de collecties, zowel van de couturier zelf als zijn opvolgers. De Dior-interpretatie van de roos uit zich ook in een kleurenpalet gaande van bleek poederroos en warm licht-oranje tot bijna paars. Maar de bekendste noten vinden we terug in Miss Dior, zijn eerste geur uit de jaren 40 waarvoor hij zich laat inspireren door zijn lievelingszus Catherine, die minstens even verzot is op rozen als hij (NVDR-ze maakte er overigens haar beroep van; haar rozenveld van Rosa Centifolia bij Grasse straalt tot op vandaag de schoonheid en sillages van het huis uit).

Eindeloze variaties op het rozenthema volgen van designer op designer. Yves Saint Laurent, Marc Bohan, Gianfranco Ferré, John Galliano, Raf Simons gisteren en Maria Grazia Chiuri vandaag geven hun eigen interpretatie aan de bloem in lijn met de tijden. Zo wordt de roos een terugkerende factor binnen de volledige geschiedenis van het Huis Dior, een draad van Ariadne die niet enkel verschillende expressies verbindt, maar ook een link vormt tussen heritage en innovatie.

Rozen voor altijd

Deze herfst wijdt het Christian Dior-Museum in Granville, Normandië met ‘Dior en Roses’ een volledige tentoonstelling aan het thema. De geschiedenis, mythologie en weergaves worden ook beschreven in het bijhorende boek (Rizzoli New York). Hoofdstuk na hoofdstuk wordt de schoonheid van de roos onthuld, zowel binnen de mode, kunst, cosmetica als parfumerie, wat tegelijkertijd zorgt voor een goed beeld van de geschiedenis van het huis. De tentoonstelling toont hoe de roos de (huidige) ziel van Dior heeft gevormd en waar de eindeloze liefde van de couturier voor de ‘koningin der bloemen’ vandaan kwam. De veertig stukken, verspreid over drie verdiepingen (en de tuin), zijn nog te bezichtigen tot eind oktober 2021. Jurken, accessoires, schilderijen, juwelen, gedichten, mythische flacons… De tentoonstelling brengt niet enkel hulde aan de couturier, maar kijkt ook naar zijn entourage. Zo zijn er heel wat intieme, roos-gerelateerde objecten te zien van bekende vrienden zoals Jean Cocteau, Raoul Dufy, Salvador Dali of Léonor Fini, maar ook (en vooral) zijn familie, zijn moeder, Madeleine Dior – een zeer belangrijke inspiratiebron. Zijn hele leven lang bleef de couturier rozen schenken aan geliefden en verzorgen in zijn tuinen, aan de Coudret-molen in Milly-la-Forêt en aan zijn kasteel van La Colle Noire in de Provence. Want voordat hij jurken kon ‘snoeien’, leerde hij eerste de fijne kneepjes van het vak op mama’s rozelaars.

Rozenhuidje

Van de roos tot de huid. De Dior Prestige-verzorgingslijn concentreert de ‘levenskracht’ van de ‘rose de Granville’. Ook hier is de bloem koningin. Achter haar schijnbare kwetsbaarheid gaat een ongelooflijk regeneratievermogen schuil. De rozen worden met de hand geoogst wanneer ze ‘lachen’ en vervolgens onmiddellijk verwerkt tot kostbare nectar. Van de wilde roos op de winderige Normandische kliffen tot de ‘rose de Granville’ (ontwikkeld voor cosmeticagebruik). Meer dan 15 jaar onderzoek en precisiewerk gingen vooraf aan de lijn. Om de ‘rose de Granville’ (geselecteerd uit 40.000 rozen) te verkrijgen en om diens actieve werkstoffen optimaal tot uiting te laten komen, waren zeven kruisingen nodig. In Frankrijk wordt deze bioroos in de ‘Jardin Dior’ in open aarde verbouwd zonder vetstoffen of pesticiden. Niets onnatuurlijks, enkel een teelt die de aarde en de planeet respecteert zonder forceren. Enkel zo krijgen we de 100% natuurlijke, actieve roosextracten met het dubbele regeneratievermogen van een klassieke roos.

De tentoonstelling ‘Dior en roses’ loopt nog tot 31 oktober 2021 in het Christian Dior Museum, Villa les Rhumbs, Granville.

Info op musee-dior-granville.com 

Members Only freelance reporter

Comments are closed.