Van ‘dinner jacket’ tot galatenue: de smoking, beter bekend als een ‘tuxedo’ in de VS, heeft zich doorheen de jaren stevig opgewerkt. Op uitnodigingen staat niet voor niets de vermelding ‘black tie’. De perfecte symfonie van zwart en wit is zo chic dat zelfs vrouwen er tegenwoordig voor kiezen.


Vandaag wordt de smoking beschouwd als het toppunt van (mannelijke) elegantie, maar dat was lang niet altijd het geval. Hij maakte voor het eerst zijn opwachting in 1860 bij de kleermaker Henry Poole & Co in het Londense Savile Row, het ‘mekka’ van het maatpak, waar hij werd ontworpen voor de Prince of Wales, de toekomstige Eduard VII, als een afgeleide van het stijve rokkostuum. Na de Krimoorlog, waarbij vele Europese grootmachten het tegen elkaar opnamen, mocht het voor de Engelsen allemaal wat losser … behalve hun ‘stiff upper lip’, natuurlijk.

Dinner jacket

Het was dus Edward VII die, op dat moment nog als kroonprins, het ‘dinner jacket’ introduceerde als een formele, maar minder omslachtige optie voor het diner. Binnen de gegoede kringen was het namelijk de gewoonte om zich op te kleden alvorens aan tafel te gaan, zelfs thuis. Meestal werd er gekozen voor een soepel binnenjasje dat de mannen in de rokersruimte droegen na de maaltijd zodat hun kleren niet naar rook zouden ruiken. Daar genoten ze van een sigaar en een glas cognac en praatten ze over politiek terwijl de vrouwen in het salon bleven. Dat jasje leek echter in niks op de hedendaagse versie. Zo was het uit flanel, fluweel of kasjmier en gesloten met een riem, zoals een kamerjas. Het duurde dan ook niet lang voordat het ‘dinner jacket’ de ‘smoking’ werd als knipoog naar de plaats waar het initieel exclusief werd gedragen.

Nadat de Prins zijn nieuw (informeel) lievelingsstuk ook droeg tijdens een trans-Atlantische overzet op weg naar een bal in een countryclub (Tuxedo Park) in een buitenwijk van New York op uitnodiging van James Brown Potter, was de Amerikaanse naam voor de smoking, de tuxedo, geboren. De miljonair had zoveel flair dat hij van die smoking de uitgelezen keuze maakte voor bijzondere gelegenheden … ’s avonds, want overdag een smoking dragen blijft een heuse no-go. Op uitnodigingen staat vaak ‘black tie’ vermeld, als referentie aan de kleur van het (zwarte) vlinderdasje in tegenstelling tot de witte variant bij een rokkostuum. Al snel werd het jasje voorzien van eenvoudige knoopsgaten en van binnenuit extra verstevigd voor een mooiere vorm. Het komt tot halverwege de dijen en wordt gesneden uit de zwarte wolsoort ‘grain de poudre’, soms gemengd met een beetje mohair om onkreukbaar te zijn. De kraag en knopen zijn overtrokken met zijde en de zakken zijn zonder flap. Verder bestaan er drie vormen van vesten. Het klassieke model heeft de puntige kraag van een rokkostuum. De sjaalkraag was vooral in Frankrijk geliefd. En de Foreign Office riep in een boekje voor Engelse diplomaten de gekruiste smoking uit tot de meeste geklede variant. De broek is sober, relatief kort en rechter dan vandaag de dag, met of zonder (zwarte) zijden streep langs de zijkant van het been. Qua schoenen werd er ofwel gekozen voor een zwarte laklederen ‘Oxford shoe’ of een fluwelen ‘Prince Albert slipper’.

In de Verenigde Staten werd de – zwarte, donkerblauwe of zelfs bordeaux – smoking pas na de Tweede Wereldoorlog de logische keuze voor belangrijke gelegenheden. Tot de bekendste fans van de nieuwe look behoorden onder andere Dean Martin, die zelfs een gekleurd gilet aandurfde, Cary Grant en Fred Astaire, die zelfs in zijn favoriete smoking begraven zou zijn. Vandaag dragen mannen er nog zelden één, behalve naar een galadiner, operapremière of bal – kortom enkel naar gelegenheden waarbij avondkledij een absolute vereiste is.

Gestolen van de mannen 

Vrouwen in een broek? Het was wachten tot de jaren 60 vooraleer dit een courant verschijnsel in het straatbeeld werd. In 1966 hielp de ontwerper Yves Saint Laurent de vrouwenemancipatie stevig vooruit (daar was hij erg goed in!) met de eerste smoking voor vrouwen in zijn herfst-wintercollectie. Het geklede avondstuk was echter geen klakkeloze kopie van de mannensmoking. Saint Laurent paste de klassiek mannelijke codes namelijk perfect aan op maat van een vrouwenlichaam met een gecentreerd zwart jasje in ‘grain de poudre’-wol met vier knoopzakjes en een rechte, korte broek boven een paar (heel) hoge hakken. In de plaats van een vlinderdasje koos hij voor een soort zwarte pussy bow op een hemd van witte organza. ‘Voor een vrouw is een smoking een onmisbaar kledingstuk waarmee ze altijd in de mode is, want het is stijlvol – niet trendy. Trends veranderen, maar stijl heb je voor altijd’, zei hij. Zijn ontwerp was misschien net iets té innovatief voor zijn tijd: de Haute Couture-klanten vonden de smoking namelijk maar niks. De prêt-à-porter-versie voor Saint Laurent Rive Gauche, daarentegen, bleek echter een enorm succes. ‘La rue court plus vite que les salons!’, oftewel: een jonger publiek met een beperkter budget was er helemaal voor te vinden, zeker nadat Catherine Deneuve ermee werd gespot. De smoking groeide uit tot een klassieker die YSL in alle collecties bleef opnemen tot en met 2002.

Members Only freelance reporter

Comments are closed.