Het verhaal van Ourasi is dat van een lijvig en loom veulen dat zou uitgroeien tot de Koning van de hippodroom. Sterker: we kunnen deze grillige hengst rustig beschouwen als de beste draver ooit. Een portret.


Het sprookje van Ourasi opent in het departement van de Eure, meer bepaald in het Normandische dorpje Saint-Étienne-l’Allier. De viervoudige winnaar van de Prix d’Amérique ziet er op 7 april 1980 het levenslicht in de Haras Saint-Georges: een fokkerij van dravers. Fokker Raoul Ostheimer heeft dat jaar maar één veulen en is niet meteen enthousiast. Ourasi lijkt op het eerste gezicht inderdaad ‘te log en aan de luie kant’. Die indruk wordt ook bevestigd bij de eerste trainingen en wedstrijden. Uiteindelijk slaagt de eigenaar er wel in om zijn jonge, vosbruine hengst in september 1982 te ‘kwalificeren’. Daarmee is een eerste stap gezet, maar we zijn nog lichtjaren verwijderd van zijn carrière die uitpuilt van de records.

Ourasi wordt toevertrouwd aan de experthanden van Jean-René Gougeon. Hij is op dat moment de vijfvoudige winnaar van de Prix d’Amérique – het WK van de dravers – met de illustere Roquépine (1966 en 1968) en Bellino II (1975, 1976 en 1977). Het doel is duidelijk: er het maximum uithalen. Met zijn nieuwe driver ontdekt Ourasi de hippodroom van Vincennes waar hij later zijn mooiste resultaten zal boeken. Bij zijn vierde poging is het raak en wint hij voor het eerst. Ourasi gaat door op dat elan en wint zijn eerste Groupe 1, het ‘Critérium des Jeunes’, een wedstrijd voor 3-jarige paarden. De tamtam doet zijn werk. Dit is inderdaad de eerste grote stap in zijn carrière.

Eigenzinnig karakter

De weg naar de top is evenwel nog lang en Ourasi is niet het type dat het zijn begeleiders makkelijk maakt. Hij is stijfkoppig, hij bijt en verdraagt geen soortgenoten in zijn buurt. Omdat hij nukkig is en lui gaat hij vaak niet voluit op de training en ook niet tijdens wedstrijden. Dat levert hem uiteindelijk ook zijn softe bijnaam op van ‘Roi fainéant’. Karakter heeft hij daarentegen op overschot en omdat zijn potentieel immens groot is, neemt men zijn capriolen er bij. Dat potentieel komt helemaal tot uiting in 1985, want dan wint de intussen 5-jarige hengst liefst 9 van de 13 wedstrijden waaraan hij deelneemt.

Hoewel hij het jaar afsluit op een nederlaag is de revanche er meteen: hij opent 1986 met winst in de Grote Prijs van België op 12 januari. Daarmee start een unieke en absolute suprematie die 522 dagen zal aanhouden: tot 18 juni 1987! In die periode wint hij 22 wedstrijden, waaronder zijn eerste twee Prix d’Amérique! De legende is een feit en wordt na elke wedstrijd groter. Naast zijn almaar imposantere erelijst draagt nu ook zijn uniek charisma bij tot zijn enorme populariteit.

In 1988 wint Ourasi zijn derde Prix d’Amérique en voegt zich zo bij Uranie, Roquépine en Bellino II aan de ‘top van het racepantheon’. De drievoudige winnaars van deze legendarische race zijn nu met z’n vieren.

Op het einde van het jaar stapt de grote ster voor het eerst in het vliegtuig richting USA om er ‘the race of the century’ te lopen. Na aan razend spannende wedstrijd is hij in de laatste rechte lijn duidelijk sneller dan zijn op papier belangrijkste rivaal, de Amerikaanse crack Mack Lobell, maar hij laat zich op de streep verrassen door Sugarcane Hanover.

Plasje vergeten…

Ondanks die nederlaag blijft zijn populariteit toenemen bij het grote publiek. Ourasi lokt duizenden toeschouwers naar elke race waar hij aan deelneemt. Zo ook begin 1989 voor de Prix d’Amérique. De hippodroom van Vincennes loopt helemaal vol. Ook president François Mitterand wil de vierde zege van de Franse superheld niet missen. Maar de wedstrijd loopt anders dan gepland. Ourasi is niet in zijn sas en moet tegen alle verwachtingen in tevreden zijn met een derde plaats. De ontgoocheling is gigantisch, maar de eigenaars en de trainer kijken al naar de toekomst. Zij hopen dat hun crack zijn vierde Prix d’Amérique in 1990 zal winnen. Dat zou het perfecte cadeau zijn op zijn 10e verjaardag.

Wanneer Ourasi 14 dagen voor die grote afspraak niet in het stuk voorkomt tijdens de Prix de Belgique slaat de paniek enigszins toe. Misschien is dit wel het seizoen te veel? Maar gelukkig is er Philippe Renouf. Zijn vaste lad verzet zich met klem tegen het prepensioen van zijn beschermeling. ‘Ik wist waarom hij slecht gepresteerd had. Net zoals tijdens de Prix d’Amérique in 1989 had Ourasi niet geplast voor de start’, zei hij. ‘Bovendien was ik ervan overtuigd dat hij nog altijd 100% was.’

Ourasi wordt uiteindelijk toch ingeschreven voor de Prix d’Amérique, maar zal enkel starten indien hij voor de wedstrijd heeft geplast. Wat ook gebeurt. Daarna domineert Ourasi de race en wint zonder te forceren. Hij verbetert zelfs het wedstrijdrecord! De luie Koning rondt op die manier zijn sportieve carrière af met een prachtig kunststukje en met een bilan van 58 zeges (op 86 races) en een carrièretotaal van 3.320.780 euro prijzengeld.

Standbeeld in Vincennes

Na het racen wacht de kampioen een carrière als dekhengst, maar die duurt korter dan verwacht. Tot grote wanhoop van zijn eigenaars alsook van Franse en andere fokkers wereldwijd blijkt Ourasi inderdaad een weinig vruchtbare hengst. In tien jaar tijd worden slechts 38 veulens geboren. Daarbij geen enkele opvolger die naam waardig.

Ourasi zelf geniet rustig van zijn pensioen in de Haras de Gruchy in Saon vlakbij Bayeux (Calvados). Zijn populariteit blijft onaangeroerd en heel wat fans uit de ganse wereld en vooral uit België verdringen zich aan de omheining rond de weide. De meesten hebben een appel bij: een ‘golden’, want daar is hij dol op. Op 7 april 2011 viert hij zijn 31e verjaardag, wat overeenkomt met 100 jaar voor een mens. Net zoals zijn carrière is ook dat een unieke levensduur. Bij zijn dood op 12 januari 2013 is hij 32 jaar, 9 maanden en 4 dagen. Hij bleef rechtop staan tot de laatste seconde. Hij wordt begraven voor zijn paddock in de Haras de Gruchy, de lijkwade in de kleuren geel en blauw.

Ourasi is ook vandaag nog de enige viervoudige winnaar van de Prix d’Amérique, de populairste draver ooit uit de geschiedenis en – volgens velen – de beste draver aller tijden. Niemand is zijn unieke prestaties vergeten en zeker niet op de hippodroom van Vincennes waar hij sinds 2014 een eigen standbeeld heeft. Een legende.

Members Only freelance reporter

Comments are closed.