Vandaag hebben we het gevoel dat we het over een 60-jarige vriend hebben. Sommigen van jullie zullen zeggen dat 60 nog jong is. Maar voor een auto is dat stokoud. We hebben het natuurlijk over de 911, het tijdloos model dat voor eeuwig gelinkt is aan Porsche.


Dit nieuwe model, dat begin jaren 60 werd ontworpen door ‘Butzi’, de zoon van oprichter Ferdinand Porsche, was bedoeld om de verouderde 356 te vervangen waarmee alles in 1948 was begonnen. Omdat de Noord-Amerikaanse markt steeds belangrijker werd voor het bedrijfje uit Zuffenhausen was het een must om een veelzijdiger model te ontwerpen: niet alleen knusser en comfortabeler, maar ook met meer power. Ferdinand Piëch, een getalenteerd ingenieur en tevens kleinzoon van de oprichter en toekomstige big boss van de Volkswagen Groep, richtte zijn focus specifiek op betere prestaties voor de 911. Hij ontwikkelde de beroemde ‘Flat 6’. Deze krachtige, robuuste motor, met zijn apart geluid en de inmiddels beroemde architectuur van zes tegenover elkaar liggende cilinders in twee rijen van drie, zou mee bepalend zijn voor de reputatie van het model.

En zo werd op 12 september 1963, op het autosalon van Frankfurt, de Porsche… 901 aan het grote publiek voorgesteld. De 901, inderdaad, maar dat getal moest meteen worden bijgestuurd omdat Peugeot alle registratienummers met een centrale ‘0’ had gedeponeerd. Hierdoor was Porsche genoodzaakt zijn 901 om te dopen tot 911. Geen drama, want dit bleek al snel een echt geluksnummer.

De introductie van de nieuwe 911, die bijna 30% duurder is dan de 356 die nog in de catalogus prijkt, is er een met weinig toeters en bellen. Hoewel het sportief karakter eraf spat, is de belangstelling matig. Pas nadat hij na enkele jaren zijn eerste competitiesuccessen laat optekenen, stijgt de interesse. De 911 drukt geleidelijk zijn stempel en begeleidt zo zijn voorganger langzaam maar zeker naar zijn verdiend pensioen.

Uit de losse pols

Voor de 911 liet Butzi zich inspireren door het basisontwerp van zijn vader dat hij op een slimme manier liet evolueren. Aan de fastback-lijn en de kenmerkende elliptische achterruit werd amper geraakt. Ook het globale silhouet, dat opvalt door zijn eenvoud, bleef behouden. De progressieve kromming, die uit de losse pols lijkt te zijn getekend, start bovenaan de voorruit en dooft uit bij de achterlichten. De voorkant heeft nog steeds die expressieve amfibieachtige look, met de grote ronde koplampen die aan weerszijden van een duikende motorkap omhoogkomen en, op de eerste modellen, perfect aansluiten op de zacht aflopende vleugels.

Maar ondanks de vele overduidelijke esthetische overeenkomsten hebben de 356 en de 911 niets gemeen. Er zijn zeer grote verschillen, zoals op het vlak van afmetingen. Zo is de wielbasis voor de 911 met 20 cm verlengd. Hierdoor ontstaat een comfortabele GT 2+2. 60 jaar geleden was dit een zeer vernieuwend concept.

Op alle terreinen

Qua architectuur blijft deze auto met achterwielaandrijving trouw aan het ‘alles achterin’-ontwerp waar de aartsvader van Porsche de voorkeur aan gaf. De 911 krijgt de door Piëch ontwikkelde luchtgekoelde ‘flat’ motor, die ondanks het overhangende ontwerp voor een lager zwaartepunt zorgt en daardoor voor een betere wegligging. In vergelijking met de 356 heeft de motor twee cilinders extra, zodat deze vroege Flat 6 zo’n 130 pk levert bij een cilinderinhoud van 2 liter. Dit vermogen is identiek aan dat van de meest succesvolle 356 B, de formidabele Carrera. Deze 911, die voortdurend wordt aangepast, vormt de basis van een reeks schitterende evoluties, almaar krachtigere versies (Carrera, RS, RSR, Turbo, Turbo S, GT2, GT3, GT3 RS…), de introductie van vierwielaandrijving (Carrera 4), carrosseriestijlen variërend van de klassieke coupé tot de ultra-expressieve Speedster, alover de Targa en de cabrio’s. In zijn sportiefste uitvoeringen, met de roestvrije Flat 6 die al snel meer dan 650 pk genereert, wordt de 911 al snel een competitiemachine voor alle competities: endurance, rally, tot en met rally-raid!

Dank aan de Cayenne

En toch… Ondanks het succes in Europa en de rest van de wereld was de 911 ei zo na ten dode opgeschreven. In de jaren 80 besloot Porsche immers om te breken met zijn ‘monocultuur’ en zijn iconisch model te vervangen door modernere modellen met voorwielaandrijving. Dat was de missie van de 924 en 928, maar ze slaagden er niet in om de 911 te doen vergeten. Die bleef van zich afbijten en dat was geen goed nieuws voor de financiële gezondheid van Porsche. Gelukkig waren er de Boxster en vooral de Cayenne SUV – een echte cashmachine – om de zaak te redden. We kunnen rustig stellen dat het dankzij deze modellen is dat de Porsche bij uitstek nog steeds bestaat.

Nu de 911 zijn 60e verjaardag viert en al 8 generaties op de teller heeft staan, behoort hij zonder meer tot de zeldzame en tijdloze ‘cultauto’s’. Sterker: als het over Gran Turismo gaat, blijft hij de maatstaf. De 911 is zelfs zo populair dat Porsche constant nieuwe versies bedenkt. Zo is er vandaag keuze uit liefst 26 verschillende versies en dan hebben we het niet eens over de talloze limited editions die voor bijzonder veel geld de fabriek verlaten en de mythe mee in stand helpen houden. Tot op heden zijn meer dan 1.250.000 exemplaren van de 911 verkocht. Daarvan is 70% actief op de weg. Een mooi bewijs van zijn robuustheid en waarschijnlijk nog meer van de grote liefde die de eigenaars koesteren.

Indien Ferdinand Porsche nog steeds onder ons zou zijn en op zoek zou gaan naar de ideale sportwagen, weten we wat hij zou kiezen. De 911 is inderdaad de Porsche die zowel uniek als veelzijdig is. Hij spreekt liefhebbers aan van 7 tot 77 jaar oud, en er is er vast een die aan uw verlangens voldoet. Happy birthday, 911!

Members Only freelance reporter

Comments are closed.