De Royal Golf Club Sart-Tilman heeft niet alleen een uniek privaat en sportief DNA; deze golfclub straalt ook een grote familiesfeer uit en dat sinds zijn geboorte in 1939. Tot grote vreugde van zijn leden.


Iedereen kent de Royal Golf Club du Sart-Tilman, een emblematische plek van de Belgische swing. Deze club in de heuvels rond Luik – en derhalve lichtjaren verwijderd van de drukte van de Cité Ardente – is een unieke bucolische oase van rust en daardoor zeer geliefd bij de epicurische purist. Er is sinds de oprichting in 1939 amper iets veranderd aan zijn magie, zijn traditie en zijn grote waarden. ‘Onze club is tegelijk sportief, privaat, familiaal en gezellig’, aldus Patrick Renard, voorzitter sinds 2016. Dankzij de totaliteit van zijn infrastructuur bezet de RGC Sart-Tilman trouwens de nr. 1-positie in de Belgische ranking van de gerespecteerde website van Leading Golf Courses. 

Stempel van Tom Simpson

De championship course wordt algemeen erkend als een van de mooiste en meest klassieke van België. Hij draagt de handtekening van de beroemde Britse architect Tom Simpson die eveneens tekende voor de banen van Hainaut, Kapellen, Spa, Fontainebleau en Morfontaine. Kortom: een internationale referentie.

Het resultaat is ronduit verbluffend. Om op deze traditionele en zeer tactische ‘parkland’ (par 72 van 5923m) goed te scoren, moet je als speler bedreven kunnen omgaan met de vele doglegs, wegblijven uit de talloze bunkers en vooral de greens goed kunnen inschatten, want die behoren volgens velen tot de moeilijkste van het land. Een uitdaging die nog toeneemt al naargelang hun snelheid op de stimpmeter en de plaatsing van de vlaggen. Zij zijn het fabrieksmerk van Sart-Tilman en dankzij de doorgedreven expertise van consulent Michel Poncelet en de teams van Jean-Jacques Le Clément is er helemaal niets veranderd aan het initiële ontwerp. De tekening, de glooiingen en de hellingen zijn nog net als weleer!

Toekomstgericht

De RGST telt momenteel zo’n 1000 leden. Hij is dus helemaal volgeboekt. ‘Maar dat belet ons niet om greenfeespelers te verwelkomen en op weekdagen competities die losstaan van de club. Wij werken ook zeer toekomstgericht. De kwaliteit en het onderhoud van de baan zijn meer dan ooit onze prioriteiten. Dat is een permanente uitdaging, vooral omdat we rekening moeten houden met het verbod op het gebruik van fytoproducten. Tegelijk besteed ik ook heel wat aandacht aan onze jeugdopleiding. Zo telt onze Académie 120 juniores. Zij worden begeleid door onze pro’s Emmanuel Janssens, Jean-Philippe Boudevillain en David Gomez. Wij gaan er prat op dat daar geregeld uitstekende spelers uitkomen. Zo waagt Arnaud Galant momenteel zijn kans als prof’, aldus Patrick Renard, zelf al zo’n 40 jaar lid van deze club en een van de beste senioren in België.

Respect voor het verleden en bouwen aan de toekomst: dat is ergens het devies van de Luikse club. Het nieuwe clubhouse, dat in 2014 werd ingehuldigd, symboliseert die evolutie. ‘Wij waren natuurlijk zeer verknocht aan zijn historische voorganger met zijn rieten dak. Maar de verschrikkelijke brand in 2011 legde hem volledig in de as. De heropbouw zorgde voor een totaal nieuwe aanblik: modern, helder en voorzien van een groot zonneterras. Het nieuwe clubhouse is uitgerust met een kwaliteitsrestaurant en met alle moderne en complete infrastructuren die beantwoorden aan de verwachtingen in de 21e eeuw…’

Al sinds 1963 is de Université de Liège eigenaar van de terreinen van de club. Deze wordt geleid door een coöperatieve vennootschap die werkt met een langdurige huurovereenkomst. Een echte win-win. De leden moeten bovenop hun lidgeld verplicht een instapgeld betalen. Omdat het niet mogelijk blijkt om een 9 holesbaan bij te bouwen (waar ooit sprake van was) is het de bedoeling om de practice te vergroten.

Zeer welkom

Flashback. In de jaren 30 lost de oprichting van een golfclub in Luik een grote behoefte in. Op dat ogenblik hebben de meeste grote Belgische provincies trouwens al een topbaan: Antwerp in Kapellen, het Zoute en Ostend bij de Noordzee, Ravenstein in Brussel, Château d’Ardenne in Houyet en les Fagnes in Spa. Het is trouwens dankzij het succes van de golfclub in Spa, die in 1930 de deuren opent, dat de geboorte van een club in de Vurige Stede in een stroomversnelling geraakt.

In die tijd scoort de tennissport het hoogst in de kringen van de Luikse bourgeoisie. Zo heeft de Tennis Club de Liège zijn courts op Angleur, op een beboste flank van de heuvel van Sart-Tilman. Het is een gedroomde plek in een groen kader en het is daar, op het terras van deze club, dat enkele leden beginnen te dagdromen over een golfclub. Kwestie van voor afwisseling te zorgen en de smash in te ruilen voor een drive.

Zo gezegd, zo gedaan. Er komen vrij snel zes holes naar de Route de la Belle Jardinière in Angleur, met vervolgens drie andere in de ‘Carpathes’, vlakbij een rotspunt met uitzicht op de Ourthe. De club trekt een 100-tal enthousiaste beoefenaars aan, maar tegelijk is men zich bewust van het tijdelijk karakter van de infrastructuur. Op initiatief van Jacques Piron – de eerste voorzitter en de echte clublocomotief – en van Julien Rasquinet worden in de buurt en via de vastgoedvennootschap Bernheim nieuwe gronden afgehuurd. Hierna wordt een coöperatieve vennootschap opgericht met 400 aandelen van elk 5000 frank. De Golf Club du Sart-Tilman staat op de rails…

Door een beroep te doen op Tom Simpson om het nieuwe parcours uit te tekenen, geven de beheerders blijk van gezond verstand. De geniale Simpson is dan inderdaad op z’n top. En hoewel het budget vrij beperkt is, maakt hij van Sart-Tilman een echt juweeltje. Hij blijft trouw aan zijn grote concepten en tekent met zijn magisch potlood twee lussen van 9 holes uit die elk terugvoeren naar het clubhouse. Simpson laat zich leiden door zijn inspiratie. Hij componeert met de natuur en voert een samenspel op met de bomen.

Unieke filosofie

We schrijven 10 juni 1939 wanneer de regerende Belgische kampioene Denise de Thomas de Bossierre de eerste bal slaat. Dit gebeurt onder de goedkeurende blik van Edmond Solvay, de toenmalige voorzitter van de Belgische Federatie. Dan al is duidelijk dat Sart-Tilman niet moet onderdoen voor de andere grote clubs van het land.

Het is het begin van een groot en prachtig avontuur met ontelbare anekdotes. Zoals wanneer het parcours tijdens WOII zwaar beschadigd wordt door een Duitse bommenregen en het Amerikaanse leger op een unieke manier voor het eerste luik van de wederopbouw zorgt: in ruil voor hun hulp mogen de Amerikaanse soldaten immers gratis de golfbaan op!

De RGST was door de jaren heen gastheer voor tal van competities. Zoals het Tournoi de la Métallurgie du Marché Commun dat ontstond op initiatief van Alec de Posson en in de jaren 70 een groot succes was – niet in het minst bij golfers uit het buitenland. In 1978 verzorgde de beroemde Amerikaanse kampioen Lee Trevino er een memorabele clinic op initiatief van de Fabrique Nationale van Herstal. Decennia lang hesen de Interclubteams de Luikse kleuren hoog aan de mast van de Belgische golfsport.

Tal van excellente golfers verdedigden er de clubkleuren. Zoals Catherine Pons, Jean Van Damme, Steve Johnson, Agathe Verlegh, Dieudonné Couquelet, Manu en Xavier Janssens, Gérald Gresse en Pierre Thomas, van wie de namen prominent naar voor komen op de kampioenenborden in het clubhouse. Het clubrecord op de championship course staat nog altijd op naam van Laurent Richard die in 2009 een kaart van 64 binnenbracht. En moeten we eraan herinneren dat Michel Preud’homme en Jean-Michel Saive tot de meest dynamische clubleden behoren?

Maar het is zonder twijfel dankzij zijn aparte mentaliteit dat deze club zich het meest onderscheidt. Zo waren er sinds de oprichting maar vijf voorzitters: Jacques Prion (1937-1976), graaf Pierre Clerdent (1976-1984 en 1994-1995), chevalier Jean Van Damme (1984-1994), Lothar Knauf (1995-2016) en Patrick Renard (sinds 2016). Dit zegt veel over de stabiliteit en de familiale geest.

In werkelijkheid is er inderdaad een echte ‘made in Sart-Tilman’-filosofie die is opgebouwd rond de warmte van het Luikse onthaal. Eens de toegangspoort gepasseerd, overheerst de goede sfeer. ‘Wij willen dat onze leden zich thuisvoelen en dat hun gasten zin hebben om terug te keren’, verduidelijkt Patrick Renard. En daarmee is alles gezegd.

Members Only partner and editor

Comments are closed.