Op z’n 53e belichaamt Mike Horn de avonturier van de moderne tijden. Na een epische expeditie naar de Noordpool zette deze Zuid-Afrikaan zijn reputatie op de helling met een deelname aan de Dakar 2020 in Saoedi-Arabië. Het zoveelste bewijs van zijn grenzenloze passie voor onze planeet.


Zijn achternaam is voorbestemd om uitersten op te zoeken en dat doet hij ook, want zoals Mike Horn zijn er geen twee! Deze reality-tv presentator, drukbezette gastspreker en door multinationals gesponsorde slimme zakenman liep afgelopen winter twee keer in de kijker. Eerst vertrok hij samen met zijn Noorse gezel Borge Ousland op een poolexpeditie die de gevolgen van de klimaatopwarming moest accentueren. Kort daarna nam hij deel aan de Dakarrally in Saoedi-Arabië. Geef toe: veel ruimer kan een spreidstand niet zijn! Toch viel zijn laatste keuze bij velen niet in goede aarde…

Wat was het basisplan voor jouw ultieme poolexpeditie?

‘Om het Pole2Pole-project af te sluiten, dat drie jaar geleden werd opgestart, moesten we nog de laatste etappe rondmaken: de oversteek van de Arctische Oceaan via de Noordpool. We vertrokken op 25 augustus uit Nome in Alaska met mijn boot, de Pengaea, richting de meest noordelijk gelegen ijsvlakte. We geraakten tot op de 85e breedtegraad, wat een wereldrecord is voor een zeilboot. Op 12 september zijn we gestart met de oversteek van het ijs op ski’s. We deden dat zonder assistentie en trokken zelf onze sleden met levensmiddelen. Terwijl wij de pool overstaken, moest de Pangaea langs de Siberische kust rond het ijs zeilen. Hij moest ons oppikken aan de andere kant van de ijsvlakte, ergens tussen Groenland en Spitsbergen. In totaal waren wij 550 km op stap tot aan de Noordpool en vervolgens 1000 km in het tweede deel. Dat alles zonder één voet op vaste grond.’

Klopt het dat u vooral ’s nachts in actie kwam?

‘Inderdaad. Met 57 dagen in de totale duisternis op in totaal 88 dagen stappen, werden wij echte nachtdieren. Dat was een van de elementen die de expeditie mentaal loodzwaar maakten.’

“Een rollend tapijt in de verkeerde richting.”

Was het verrassend mobiele pakijs niet uw grootste vijand?

‘Ja. Het leek wel alsof we alles tegen hadden: de getijden, de winden, het ijs. Wij moesten ook permanent rekening houden met het bewegende pakijs. Dat verplaatste zich in één nacht soms tot 36 km als de wind zo’n 100 km/h haalde. Het was een echt rollend tapijt in de voor ons verkeerde richting en dat kwam in grote mate door een hogedrukgebied op de verkeerde plek. Dat afdrijven naar het westen en in de richting van Groenland – een tegenslag die ons verder van de Noordpool drong terwijl we absoluut aan de pool wilden passeren – was des te sterker omdat het ijs er dunner is door de klimaatopwarming. Bovendien creëerde de botsing tussen dit jonge en het oude ijs hindernissen waar we rond moesten. Zonder de waterstromen te vergeten die vaak de weg versperden.’

Door de opgelopen achterstand kwam de expeditie uiteindelijk nog in gevaar. Hadden jullie genoeg voedselvoorraden mee?

‘Dat laatste was inderdaad een probleem, maar we hadden ons natuurlijk ook kunnen voeden met de resten van de zeehonden die door de ijsberen waren opgegeten, want die halen enkel het vet weg. En omdat er heel wat waterstromen waren, hadden we ook zelf op zeehonden kunnen jagen. De Inuits hebben me geleerd hoe: met een harpoen of een berenbuks. Die optie bleef dus open. Maar wat ons even sterk bezig hield, was de vraag wie ons zou komen ophalen. Het ijs was zo onberekenbaar dat ik de Pangaea en zijn crew niet in gevaar wilde brengen. Wij stonden voor een dilemma: als we vroegen om met de helikopter gerepatrieerd te worden of door een ijsbreker, was onze expeditie mislukt. Tegelijk konden we zo ook niet langer verder. Toen we nog voor tien dagen voedsel hadden, besloot Borge om de basis Search and Rescue in Tromso te contacteren. Zij hadden een boot ter beschikking: de Lance. Dat is geen ijsbreker, maar hij heeft er geen probleem mee als hij vastraakt in het ijs. Uiteindelijk hebben we voor die oplossing gekozen. Zelf schakelden we over naar dagen van 30 uur om voedsel te sparen. Door die aanpassing van onze biologische klok hadden we 20 uur om ons te verplaatsen in plaats van twaalf.’ 

“Toen dacht ik: dit is het einde. Ik ga dood.”

Maar toen u hen zag opduiken om u te komen ophalen, liep het bijna nog faliekant af?

‘Plots zagen we hun licht. Het was het licht van de redding, vooral omdat we nog maar 200 gram voedsel over hadden en een liter brandstof. Spijtig genoeg werden de  twee mannen van ons gescheiden door een gigantische waterstroom van 12 km lang en met een constant wisselende breedte, maar gemiddeld zo’n 600m. Ik liep voor Borge. Hij filmde me met een infraroodcamera. Het ijs was gevaarlijk. Ik draaide me om hem iets toe te schreeuwen en het ijs begaf. Het was -28°C met winden tot 50 km/h. Ik dacht: “Dit is het einde. Ik ben te zeer verzwakt, ik zal niet meer uit het water geraken en ik ga dood van de kou”. Maar ik had de reflex om me naar achter te laten vallen, de punten van de ski’s naar boven te steken en me op mijn kant te draaien. Met de ski’s onder water had ik het kunnen vergeten, maar nu stak één van de twee nog naar boven en kon ik me met mijn handen vastgrijpen aan de rand van het ijs. Ik riep Borge toe om er me via mijn harnas uit te trekken, maar dat had een averechts effect, want zo trok ik hem naar het water toe. Daarop riep ik hem toe om mij los te laten, waarna ik op mijn buik ben gerold en dankzij de punt van mijn ski uit het water ben gesukkeld. Daarna telde elke seconde. Borge trok mijn slee op het ijs om er de tent uit te halen. Ik rolde me in de sneeuw om een isolatielaag te creëren. Borge stak de brander aan: daar ging onze laatste liter brandstof! Omdat ik opgesloten zat in mijn bevroren kleding – als in een diepvriezer – sneed Borge mijn jas in stukken met een mes. Meer kon hij voor mij niet doen. Daarop is hij in zijn eentje een doorgang gaan zoeken. Die heeft hij ook gevonden. Vervolgens zijn we met onze kleine opblaasboot tot bij zijn twee vrienden geraakt, waarna we nog 12 km moesten stappen tot aan de boot. Om 0.10 uur waren we aan boord van het schip dat drie weken lang onze onbeweeglijke thuis zou worden…’

Toch heb je niet geaarzeld om je amper een paar weken later in een nieuw avontuur te storten: de Dakarrally. Van de ijsvlakten naar de onmetelijke woestijn… 

‘Red Bull vroeg me om zijn team van jonge piloten te coachen, zoals ik dat gedaan heb met de Duitse nationale voetbalploeg, het Indische cricketteam en de Zuid-Afrikaanse rugbyspelers. Tegelijk bood men mij de stoel aan van copiloot bij Cyril Despres aan boord van de OT3. Die SSV is gebouwd door uw landgenoten van het Overdrive-team en trad aan als officieel voertuig van het Red Bull Off-road Junior Team. Ik vond het heerlijk om door de woestijn te rijden met een kleine en benzinezuinige 3-cilindermotor. Ik had nooit de kans gekregen om Saoedi-Arabië te bezoeken, een land dat me trouwens ook niet aantrok. Maar de landschappen en de bergen zijn er fantastisch. Om eerlijk te zijn: ik wil daar met plezier terug naartoe.’

Bracht die beslissing geen schade toe aan uw imago van ‘redder ten dienste van de planeet’?

‘Natuurlijk wel. Ik heb daar met mijn dochters ook zwaar over doorgedebatteerd. Maar weet je: ik trek me niets aan van de kritiek van de mensen! Ik heb projecten geleid tegen ontbossing, ik heb tientallen jongeren de wereld rondgeleid en opgeleid tot ambassadeurs van deze aarde. Ik ga niet zeggen dat een deelname aan de Dakar een goede zaak is; ik zeg enkel dat ik een avonturier ben en ik zin had in die nieuwe ervaring. Ik heb niemand die voor mij eten zoekt of meters maakt. En aan zij die me met de dood bedreigen, zeg ik: ‘Probeer maar’. En als er mensen me laten weten “dat ze mij niet langer gaan volgen op Instagram of Facebook” of dat ze “mijn foto’s niet meer gaan liken”, denk je dat ik daar wakker van lig? Ik ben een avonturier, geen militant. Ik ben nooit lid geweest van om het even welke vereniging of partij. Politiek is mijn ding niet. Ik pleit ervoor dat iedereen zo hard mogelijk zijn best doet op zijn niveau en op basis van zijn kennis, maar zonder daarom al zijn vrijheden op te geven.’

Members Only partner, editorial coordination and reporter

Comments are closed.