Zelfs worden de Olympische Spelen in Tokio uitgesteld, is het precies een eeuw geleden dat België ze mocht organiseren. Een terugblik op dit historisch sportmoment in Antwerpen.


We schrijven 14 augustus 1920 wanneer koning Albert I de Spelen van de 7e Olympiade officieel opent. Het publiek toont zich blij en enthousiast, ook al zijn de wonden van WOI nog maar amper geheeld. In het Beerschotstadion wordt trouwens een minuut stilte gehouden ter nagedachtenis van al degenen die sneuvelden op het veld van eer. Het zwaarmoedig beeld wordt extra geaccentueerd wanneer de symbolische witte duiven worden vrijgelaten in een grijze hemel met laaghangende wolken boven de Metropool.

Het is inderdaad niet evident om Olympische Spelen te organiseren nu Europa nog volop zijn wonden likt en de politieke spanningen nog duidelijk voelbaar zijn. Hoewel deze Spelen pas in 1914 zijn toegekend, stond de keuze voor Antwerpen nooit ter discussie. Wel integendeel, want baron Pierre de Coubertin had niets dan lof voor de verdienste van de havenstad. ‘Alleen al voor zijn moed verdient België, meer dan welk ander land, deze Spelen’, herhaalde de stichter van de Olympische Beweging en de voorzitter van het IOC.

De uitdaging is nochtans niet min, want zo kort na WOI is de economische crisis een feit. Om het nodige geld op te halen, moeten de Antwerpse organisatoren een beroep doen op wapenmakers en diamantairs. Die willen natuurlijk hun geld terug en vragen dan ook woekerinteresten. Met als resultaat dat de Spelen niet echt het populaire succes zullen opleveren dat van een evenement met een dergelijke omvang mag verwacht worden.

Victor Boin overduidelijk geëmotioneerd

Welgeteld 29 landen defileren op de openingsceremonie in het olympisch stadion van Beerschot. De verliezers van WOI – Duitsland, Oostenrijk, Hongarije, Bulgarije en Turkije – zijn niet uitgenodigd. Baron de Coubertin hoopte nochtans heimelijk op ‘Spelen van de Verzoening’, maar gezien de omstandigheden was dit wellicht ietwat prematuur. Rusland blijft weg omdat het verscheurd wordt door een burgeroorlog.

Niettemin zijn de Spelen van Antwerpen meer dan een voetnoot in de olympische geschiedenis. Zo legt een atleet voor het eerst de olympische eed af. Die eer is weggelegd voor schermer Victor Boin, de latere voorzitter van het Belgisch Olympisch Comité. Met een zwartgeelrode vlag in de ene hand en de andere hand opgeheven spreekt hij, overduidelijk geëmotioneerd, in naam van alle atleten de woorden uit: ‘Wij zweren dat we aan de Olympische Spelen deelnemen als loyale tegenstrevers, met eerbied voor de geldende regels, en fier om ridderlijk te kunnen strijden voor de eer van ons vaderland en de eer van de sport.’ Anno 2020 is deze tekst nog altijd identiek, ook al is ‘zweren’ vervangen door ‘beloven’ en ‘ons vaderland’ door ‘onze teams’, teneinde elk misplaatst nationalisme te vermijden.

Voor het eerst ook wordt de olympische vlag, die in 1914 tijdens het congres van Parijs is goedgekeurd, aan de top gehesen in de verschillende stadions. Voor het ontwerp met de geschakelde ringen liet Pierre de Coubertin zich naar verluidt inspireren door een symbool uit de Griekse oudheid, maar daar bestaat gerede twijfel over. Hoe dan ook: de vijf ringen staan symbool voor de vijf werelddelen.

Goud voor de Rode Duivels

22 disciplines (154 wedstrijden) staan op het menu voor de 2669 deelnemende atleten (2591 mannen, 78 vrouwen). Op sportief vlak worden deze Spelen gekenmerkt door enkele bijzondere uitschieters. Op Belgisch vlak is dat zonder twijfel de titel van de nationale voetbalploeg. Een overwinning die bijzonder veel enthousiasme losmaakt, want in die tijd was er nog geen Wereldbeker. Het olympisch toernooi was dan ook bijzonder belangrijk. In de kwartfinales versloegen de Rode Duivels het grote Spanje van Zamora (3-1). Daarna wonnen zij ook de zwaarbevochten derby tegen Nederland (3-0). In de finale moest België het opnemen tegen Tsjechoslowakije. Dat had zich het hele toernooi bijzonder sterk getoond, met onder meer een overtuigende zege tegen Frankrijk in de halve finales (4-1). Hoewel het Beerschotstadion veel te klein is om alle supporters een plaats te geven, voelen de Rode Duivels zich gedragen door een golf van enthousiasme. Zij leiden al snel met 2-0 dankzij doelpunten van Coppée en Larnoe. Wanneer Steiner na een smerige overtreding wordt uitgesloten, is dat te veel voor de boze Tsjechen. Zij tonen zich slechte verliezers en verlaten zowaar het veld! Voor de finale is dat een trieste epiloog, maar dat maakt er de Belgische vreugde niet minder om. Ter herinnering: dit is nog altijd de enige internationale titel voor de Rode Duivels! Het team van bondscoach Emile Hanse bestond uit Debie, Swartenbroeks, Verbeeck, Musch, Hanse, Fieren, Van Hege, Coppée, Bragard, Larnoe en Bastion.

Naast het voetbal tonen de Belgen zich ook bijzonder bedreven in het boogschieten. Onze nationale schutters zijn goed voor zes gouden medailles. Daarvan zijn er vier voor Hubert Van Innis. Deze Mechelaar is nog altijd Belgisch recordhouder in het aantal behaalde olympische medailles, want op de Spelen van Parijs (1900) en Antwerpen won hij er negen (zes gouden, drie zilveren). Al moeten we daar wel aan toevoegen dat de competities boogschieten in die tijd aparte specialiteiten hadden, zoals het schieten naar bewegende en vaste vogeldoelen…

In totaal was België tijdens deze ‘Home Olympics’ goed voor … 36 medailles, waarvan 14 gouden. Ons land werd daarmee 5e in de landenstand na de USA, Zweden, het Verenigd Koninkrijk en Finland. Dat is natuurlijk een historisch record. Bovendien zijn bepaalde disciplines op de dag van vandaag volledig uit de tijd. Zo won ons land in Antwerpen onder meer goud in artistieke competities, zoals de kunstprijsvragen muziek en beeldhouwkunst!

Nurmi zorgt voor ophef

Deze Antwerpse Spelen zijn ook synoniem van enkele wereldsterren. Zo bevestigde de Hawaïaanse zwemmer Paoa Kahanamoku zijn dominantie in het water. Na zijn overwinning op de 100m tijdens de Spelen van Stockholm in 1912 toonde hij zich ook in het Antwerpse zwembad de baas en hielp het Amerikaanse team aan goud op de 4x200m. Niemand die kan voorspellen hoeveel medailles deze Amerikaan, die opgroeide tussen de golven van Waikiki Beach, zou behaald hebben zonder de onderbreking door WOI.

Ook de Italiaan Nedo Nadi haalde de headlines. Van de zes disciplines in het schermen won hij er vijf. De man uit Liverno toonde zich daarmee de bijna-perfecte schermer en groeide in Italië uit tot een nationale held. Tijdens de oorlog vocht hij inderdaad mee in twee regimenten van de cavalerie. Hij klom op tot de rang van kapitein en werd tweemaal onderscheiden. Zijn exhibities in Antwerpen bevestigden zijn genialiteit.

In tennis stond er geen maat op Suzanne Lenglen. De 21-jarige Franse domineerde het damestoernooi op de courts van Beerschot. Zij viel op door haar gratie in het spel en door haar smetteloze jurk. Alles samen verloor zij vier spelletjes. ‘Ik was bijzonder ontroerd toen koning Albert I mij persoonlijk kwam feliciteren. Een moment dat ik nooit meer vergeet’, aldus de kampioene, die samen met veteraan Max Decugis ook de titel in het gemengd dubbel veroverde.

Maar de Spelen van Antwerpen zijn natuurlijk – en vooral – ook die van de Fin Paavo Nurmi, een legendarische loper die in de daaropvolgende jaren heel wat legendarische atletiekpagina’s zou invullen. Toen de 23-jarige Nurmi in de Metropool aankwam, was hij nog een nobele onbekende, maar na verlies op de 5000m pakte hij uit met ophefmakende revanches op de 10.000m en in de cross-country. Het was de prelude van een onwaarschijnlijke dominantie in de langeafstandswedstrijden. Naast Nurmi vierden de Finnen nog een ander atletiekfeestje, want de marathon werd gewonnen door Johan Hannes Kolehmainen. Deze Fin – een schoolvoorbeeld van soberheid – vierde zijn titel met zijn eerste eerste glas bier in zijn leven! Dat was hij België wel verschuldigd…

Nog opmerkelijk: de Spelen van 1920 boden de Zweedse schutter Oscar Swahn de kans om op zijn 72e de oudste olympische kampioen uit de geschiedenis te worden. Bij de vrouwen was de Britse Dorothy Wright deelzaam aan het succes van haar zeilteam in ‘7m-klasse’. Dat kon want de zeilwedstrijden waren open klassen.

Dat alles dus 100 jaar geleden. De archieven zijn intussen verkleurd met de tijd, maar het is duidelijk dat er nog heel wat generaties overheen zullen gaan vooraleer ons land dit ultieme sportfeest opnieuw zal mogen organiseren…

Members Only partner and editor

Comments are closed.